Nederlandse jongeren gaan te weinig naar buitenland
Nederlandse scholieren en studenten gaan minder vaak naar het buitenland dan hun Europese leeftijdsgenoten. Uit onderzoek van ResearchNed blijkt dat veel jongeren in Nederland liever bij hun ouders blijven dan het avontuur en de ervaring in het buitenland opzoeken. Dit meldt EP-Nuffic.
Freddy Weima, voorzitter van de directie van EP-Nuffic, vindt het zonde dat de Nederlandse jeugd de kansen om ervaring op te doen in het buitenland niet pakt. “Ervaring opdoen in het buitenland tijdens je school of studie heeft zoveel waarde. Je ontmoet nieuwe mensen en je wordt zelfstandiger omdat je je moet redden in een andere omgeving. De jongeren die wel naar het buitenland zijn geweest profiteren er ook in hun latere leven van: ze blijken creatiever in het oplossen van problemen, ze vinden sneller een baan na hun studie en krijgen vaak een hoger startsalaris.”
De afstand van familie, partner of vrienden blijkt uit het onderzoek het meest genoemde obstakel te zijn voor de jongeren. Uit gesprekken met studenten en starters op de arbeidsmarkt is gebleken dat ze vaak spijt hebben dat ze voor of tijdens hun studie niet naar het buitenland zijn geweest. “Daarom willen we de studenten wijzen op de mogelijkheden van een tussenjaar, stage of studie in het buitenland. Via de WilWeg-website en Facebook-pagina is alle informatie hierover terug te vinden. Daarnaast roepen we docenten op om de studenten van informatie te voorzien en de meerwaarde van een buitenlandervaring aan te geven”, aldus Weima.
Uit het onderzoek blijkt ook dat het niet aan de ouders ligt: 70% van de ouders stimuleert de middelbare scholier om voor de vervolgopleiding een tussenjaar op te nemen en voor een deel van dat jaar naar het buitenland te gaan. En 57% stimuleert de kinderen ook om hun bachelorfase in het buitenland door te brengen.
© Nationale Onderwijsgids
