Sociale robots kunnen leerkrachten ondersteunen bij bijvoorbeeld individuele tweede taallessen waarbij gebaren de betrokkenheid van kinderen verhogen en leerprestaties bevorderen. Zij kunnen daarmee de druk op overbelaste klassen verlichten. Robots hebben in tegenstelling tot ander technologisch onderwijs het extra voordeel dat zij fysiek aanwezig zijn waar het onderwijs plaatsvindt. Dat stelt Jan de Wit van de Tilburg School of Humanities and Digital Sciences die op 28 januari promoveert. Dit meldt Tilburg University.
Jan de Wit vertelt hoe hij op het idee van zijn onderzoek kwam: "Voor mijn onderzoek over robotica en taal zag ik een van de deelnemende meisjes spelen. Ze sprong op en bewoog haar armen elegant als om te vliegen. Ik realiseerde me dat ze de gebaren van de robot imiteerde. En toen realiseerde ik me hoe deze gebaren kunnen bijdragen aan communicatie en leren met robots." Het onderzoek is uitgevoerd als onderdeel van het L2TOR project, waarin onderzoekers kijken of een sociale robot succesvol gebruikt kan worden om woorden een tweede taal te leren aan kinderen van vier tot zes jaar oud.
Robotgebaren
De Wit: "We hebben een aantal educatieve interacties ontwikkeld, waarin de robot en het kind samen spellen spelen of door scenario’s lopen op een tablet om Engelse woordjes te leren. De resultaten lieten zien dat robotgebaren leiden tot betere leerprestaties bij kinderen van zes jaar. De gebaren zorgen ook voor meer betrokkenheid met en plezier van de interactie van kinderen en de robot. Ze zijn in staat te helpen bij het uitvoeren van collaboratieve taken (waaronder educatieve taken). En stimuleren de communicatie van de robot met mensen met speciale behoeften, zoals autistische kinderen."
Dit proefschrift draagt hiermee bij aan het begrijpen van de rol die robots kunnen hebben in het tweede taalonderwijs, en hoe we gebruik kunnen maken van hun fysieke aanwezigheid in de omgeving waar het onderwijs plaatsvindt door middel van handgebaren.
Door: Nationale Onderwijsgids