Niet naar het buitenland voor je studie, Nuffic deed onderzoek naar de redenen

Studenten met ouders zonder ho-diploma gaan tijdens hun studie minder snel naar het buitenland. Dat blijkt uit onderzoek van Nuffic. 

Als het gaat over studentenmobiliteit blijven de ‘achterblijvers’ vaak buiten beeld. Nieuw onderzoek van Nuffic richt de schijnwerpers op deze groep. Waarom blijven zij in Nederland? En wat kunnen instellingen voor hoger onderwijs doen om belemmeringen weg te nemen?

“Dit onderzoek richt zich voor het eerst op de studenten die denken dat een buitenlandervaring niet voor hen is weggelegd”, zegt Saoradh Favier, onderzoeker bij Nuffic. “Die invalshoek geeft een mooi beeld van hoe het is gesteld met inclusieve mobiliteit.”

Buitenlandervaring 

Uit eerder onderzoek was al bekend dat lang niet alle studenten die naar het buitenland zouden willen dit ook daadwerkelijk doen. Zo’n twee derde van alle eerstejaarsstudenten zegt interesse te hebben in een buitenlandervaring. Uiteindelijk vertrekt slechts een kwart.

Het nieuwe onderzoek onderscheidt vijf persoonskenmerken en bepaalt in hoeverre die een belemmering vormen voor een buitenlandervaring. Voor het onderzoek zijn survey-gegevens van ruim 15.000 ho-studenten geanalyseerd.

Ouders 

De opvallendste uitkomst: het opleidingsniveau van de ouders is een belangrijke indicator. ‘Eerste-generatiestudenten’ gaan significant minder vaak naar het buitenland. Een eerste-generatiestudent is een student van wie geen van de ouders een diploma in het hoger onderwijs heeft behaald. 61 procent van hen heeft geen plannen om naar het buitenland te gaan. De meest genoemde redenen zijn de kosten en het ver weg zijn van familie en vrienden.

Studenten met kinderen 

Een andere indicator is het hebben van kinderen. 73 procent van de studenten met kinderen gaat niet naar het buitenland tijdens de studie. Ook wo-studenten uit gezinnen met lage inkomens gaan significant minder vaak de grens over (onder hbo-studenten is dit verband er niet).

Migratieachtergrond 

Een functiebeperking of een migratieachtergrond heeft geen invloed op de plannen van studenten. Sterker nog, studenten die zelf in het buitenland zijn geboren, hebben juist vaker voornemens de koffers te pakken voor hun studie. “Voor sommigen van deze studenten kan het zijn dat de drempel juist lager is”, aldus Saoradh.

De kosten 

De Nuffic-onderzoeker hoopt dat het onderzoek een impuls geeft aan het inclusiviteitsbeleid van instellingen. “De meest genoemde reden om niet naar het buitenland te gaan, zijn de kosten. De gedachte is dat het duur is, terwijl dat lang niet altijd zo is. Ook zijn er beurzen beschikbaar.”

“Het bevorderen van kortere buitenlandervaringen kan ook helpen om obstakels te boven te komen en mobiliteit inclusiever maken. Hier liggen dus kansen voor instellingen op het gebied van doelgerichte communicatie, in combinatie met begeleiding. Veel studenten kennen de mogelijkheden niet, omdat ze thuis een voorbeeld missen. Instellingen moeten studenten tijdig bereiken met aansprekende voorbeelden.”

Hogeronderwijsinstellingen kunnen de uitkomsten gebruiken om bepaalde groepen beter in beeld te krijgen. “Dit onderzoek is heel waardevol”, zegt Aurelie van ’t Slot, Beleidsmedewerker Internationalisering, Diversiteit en Inclusie bij de Universiteit Leiden.

“Op de faculteit houden we niet systematisch bij wie niet naar het buitenland gaat. Dit onderzoek geeft weer nieuwe ideeën.”

Eerste-generatiestudent 

“We dachten dat studenten met een beperking of een migratieachtergrond belemmeringen zouden ervaren. Dat blijkt mee te vallen. De eerste-generatiestudent hebben we wel in beeld, maar vooral in relatie tot een migratieachtergrond. Terwijl die link er niet altijd is. Daarnaast zijn er de studenten met een lage sociaaleconomische achtergrond. Die twee groepen moeten meer aandacht krijgen.”

Aurelie weet uit eigen ervaring hoe belangrijk het is om oog te hebben voor verschillende achtergronden. Zelf komt ze uit een gezin dat het niet breed had. Aurelie was de eerste uit de familie die ging studeren.

Buitenlandse summer school 

“Tijdens mijn studie kwam de mogelijkheid voorbij voor een buitenlandse summer school. Als je om je heen enthousiaste studiegenoten ziet, is het moeilijk om te zeggen dat het voor jou te duur is. Uiteindelijk ben ik gegaan dankzij een subsidie, maar eenmaal daar kon ik me geen tripjes veroorloven. Ik heb me daar heel erg voor geschaamd. Daarom vind ik het mooi dat die groep expliciet in dit onderzoek is meegenomen.”

Schulden 

Tegen studenten die opzien tegen kosten wordt te snel gezegd dat ze maar bij moeten lenen. “Maar als je in armoede opgroeit, doe je dat niet zomaar. Sterker nog, de kans bestaat dat je juist zo ver mogelijk bij schulden wilt wegblijven. Daar moeten we oog voor houden.”

Terwijl sommige ‘obstakels’ weggenomen kunnen worden, geldt dat niet voor kinderen. Is het wel realistisch te verwachten dat studenten met kinderen naar het buitenland gaan? Volgens Aurelie is dat de verkeerde vraag. “Als je er écht naar streeft mensen gelijke kansen te geven, moet je soms extra ondersteuning bieden en mensen zéker niet bij voorbaat uitsluiten. ”

Aurelie hoopt dat het onderzoek een vervolg krijgt op haar faculteit. Mogelijk kan het daar gedupliceerd worden om beter zicht te krijgen op de motivaties en belemmeringen. “Soms gaat het om gebrek aan kennis. Niet de meerwaarde inzien van een buitenlandervaring. Daar ligt een duidelijke taak voor instellingen om de mogelijkheden, kansen en partnerships onder de aandacht te brengen.”

Door: Nationale Onderwijsgids