Je staat er niet zo snel bij stil, maar ook in het Caribisch gebied doen leerlingen in het voortgezet onderwijs centrale examens. Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) is verantwoordelijk voor de afname van toetsen en examens én voor het toezicht op de kwaliteit van de examens in het Caribisch gebied. Vanuit de afdeling VO van het CvTE houden Marjolein Nieuwenhuizen en Martin van Reeuwijk zich bezig met de ‘Cariben’.
Caribisch onderwijs
Op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de BES-eilanden) geldt sinds 10 oktober 2010 de Nederlandse onderwijswetgeving. Curaçao, Aruba en Sint Maarten (de CASt-eilanden) zijn zelfstandige landen in het Koninkrijk. Zij bepalen hun eigen onderwijsbeleid. Vanwege de doorstroming naar het hoger onderwijs in Nederland willen zij wel nauw aansluiten bij het Nederlandse onderwijs.
Jaarlijks Vierlandenoverleg
Martin is al langer betrokken bij de centrale examens in het Caribisch gebied, Marjolein sinds vorig jaar. Marjolein: ‘Er komt veel bij kijken. Van praktische zaken, bijvoorbeeld het tijdsverschil en de gelijktijdige afname van examens hier en daar, tot het vastleggen van formele afspraken.’
Beiden reizen half februari voor overleg af naar Bonaire en enkele dagen later naar Curaçao. Daar vindt deze keer het jaarlijkse Vierlandenoverleg plaats tussen Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland. Marjolein: ‘We bespreken natuurlijk veel online, maar het is goed om elkaar ook te ontmoeten, te zien hoe het daar gaat en zaken gezamenlijk te bespreken.’
Passende oplossingen zoeken en afspraken vastleggen
Martin noemt enkele onderwerpen die aandacht vragen: ‘Hoe organiseer je op een goede manier gelijkwaardige examens? De diploma’s geven immers recht op doorstroom naar vervolgonderwijs in bijvoorbeeld Nederland. Een ander vraagstuk is: hoe ga je om met het feit dat Nederlands voor de meeste leerlingen in het Caribisch gebied niet hun moedertaal is, terwijl de examens wel in het Nederlands worden afgenomen? Hoe maak je examens passend, zonder concessies te doen aan de gelijkwaardigheid? Dat vraagt goed overleg.’
‘Ook stemmen we de afnamecondities goed af. Waar lopen ze tegenaan en hoe los je dat op? Vaak is dat een kwestie van creatief zijn en improviseren. De oplossingen leggen we dan vast.’ Marjolein vult aan: ‘Op uitvoeringsniveau is al veel geregeld, maar samen met OCW en de examenbureaus op de eilanden zoeken we naar hoe we op een hoger niveau vastleggen wie welke afspraken maakt en welke regels er zijn.’
Martin vervolgt: 'Verder is een recente ontwikkeling dat Saba en Sint Eustatius zijn overgegaan op Engelstalig onderwijs met bijbehorende Engelstalige examinering. De examinering wordt verzorgd door het Caribean Examination Council (CXC). Onze opdracht is om de kwaliteit en het niveau van deze CXC-examens op Saba en Sint Eustatius te monitoren.’
Eigen variant van examen aardrijkskunde
Marjolein: ‘We spreken met docenten, schooldirecteuren, afdelingen van het ministerie en examenbureaus. Iedereen is heel serieus en consciëntieus. Niemand wil dat er iets mis gaat met de examens. Inhoudelijke zaken komen zeker ook aan de orde. Zo heeft een constructiegroep in het Caribisch gebied een deel van het centrale examen voor aardrijkskunde ontwikkeld; het onderdeel over Nederland is vervangen door een onderdeel over de eigen eilanden. Ik houd me vooral bezig met het vmbo, daarvoor komt onder andere de mogelijkheid van digitale in plaats van papieren examens aan bod.’ Martin: ‘Ook willen we nadere stappen zetten voor het passend examineren van het vak Nederlands. Dat is nog maar een greep uit de onderwerpen. Kortom, een volle agenda.'
Marjolein: ‘Het is fijn elkaar onderling beter te leren kennen. Het gezamenlijk landenoverleg werkt verbindend. Als je weet wat je aan elkaar hebt, kan je elkaar snel vinden en zo nodig snel handelen.’
* Marjolein van Nieuwenhuizen was op het moment dat de foto werd genomen ziek.