Logo_uu

Ter ere van Keti Koti, wanneer we in Nederland de afschaffing van de slavernij herdenken, lanceert geschiedenisplatform Utrecht Time Machine, een initiatief van de Universiteit Utrecht, de wandelroute Koloniaal Verleden. De route voert door de Utrechtse binnenstad en brengt het koloniale verleden van de stad tot leven via bronnen uit Het Utrechts Archief, één van de partners binnen het consortium Utrecht Time Machine. “Zo komen we tot een beter begrip van onze geschiedenis en daarmee ook van ons heden.” De route is beschikbaar op de website van Utrecht Time Machine en in hun eigen app.

 

 

 

Christiaan Willem Weidner woonde rond 1860 aan de Wittenvrouwensingel. Hij woonde tegenover ‘het Suikerhuis’, een suikerraffinaderij die was gevestigd op het Lucasbolwerk, op de plek waar nu de Stadsschouwburg staat. Daar werd suiker uit de koloniën verwerkt. Weidner zelf was eigenaar van plantage Goossen in Suriname, waar zeker 83 tot slaaf gemaakten moesten werken. De plantagehouder is één van de historische Utrechters die wordt uitgelicht in de nieuwe wandelroute.

Sitie

De vier kilometer lange wandelroute voert langs elf plekken in de binnenstad. Naast de woning van Weidner, komen wandelaars onder andere langs Drift 27, waar de Indische huisbediende Sitie woonde. En langs Boothstraat 6: het huis van Nicolaas Beets, een abolitionist, ofwel tegenstander van de slavernij. Via de app of website  is er van alles te lezen, zien en beluisteren over het koloniale verleden van de Domstad.

"Plantagehouder Weidner ontving omgerekend maar liefst 290.000 euro om zijn ‘verlies’ te compenseren toen slavernij werd afgeschaft." Jitske Hell, samensteller van de wandelroute.

Begrip

Jitske Hell van de Universiteit Utrecht ontwierp de route op basis van bronnen uit Het Utrechts Archief 

. “Het koloniale verleden blijft een belangrijk onderwerp in de samenleving ”, vertelt ze. “Met het geld uit koloniale handel is een deel van ons erfgoed tot stand gekomen. Met deze route willen we dit omstreden hoofdstuk uit de geschiedenis van de stad Utrecht zichtbaar maken, zodat onze geschiedenis inclusiever en transparanter wordt.”

Vergoeding voor plantagehouders

Tijdens haar zoektocht naar informatie in de Utrechtse archieven kwam Hell soms confronterende informatie tegen. Zo ontdekte ze dat de plantagehouders een vergoeding van 300 gulden per tot slaaf gemaakt mens kregen, toen de slavernij in 1863 werd afgeschaft. Plantagehouder Weidner ontving omgerekend maar liefst 290.000 euro om zijn ‘verlies’ te compenseren. “Maar het meest schrijnend vond ik dat je nergens de stem van de tot slaaf gemaakten zélf terugvindt. De elite spreekt over hen, maar hoe hún ervaringen waren, dat kun je in de bronnen niet terugvinden. We hebben ons best gedaan om ook hun verhalen zichtbaar te maken”, aldus Hell.

 

 

Lees verder