Leerlingparticipatie krijgt op scholen verschillend vorm vanuit verschillende motieven, intenties en verwachtingen. Participatie kan alleen succesvol zijn als de school en docenten open staan voor wat leerlingen te vertellen hebben. Dat blijkt uit een onderzoek 'Van participatie naar dialoog' uitgevoerd in opdracht van de VO-raad, de sectororganisatie voor het voortgezet onderwijs.


Het serieus omgaan met leerlingparticipatie betekent met hen een dialoog aangaan gericht op leren en verbetering, echt iets doen met hun inbreng en hen reëel ruimte geven voor het maken van eigen keuzes.

De praktijk van leerlingparticipatie wordt voor een belangrijk deel bepaald door de manier waarop docenten tegen de rol van leerlingen en hun eigen rol en positie aankijken. Als belangrijkste voorwaarde voor het realiseren van leerlingparticipatie komt naar voren dat docenten er voor open staan. Dat is primair een kwestie van persoonlijke opvattingen en houding.

Daarnaast is van groot belang dat de schoolleiding effectief beleid maakt, een visie ontwikkelt en een goede organisatie stimuleert en faciliteert. Belangrijke aspecten daarvan zijn dat de kaders duidelijk worden afgebakend, de leerlingen goed worden begeleid en dat regelmatig wordt teruggekoppeld: wat is er met hun inbreng gedaan en wordt dit ook zichtbaar gemaakt in de school.

Leerlingparticipatie is een onderdeel van de horiozontale dialoog, waarin scholen keuzes en prestaties verantwoorden in gesprek met belanghebbenden. Het project Vensters voor Verantwoording biedt een vaste set van gevalideerde indicatoren als eenduidige basis waarmee deze horizontale verantwoording kan worden ingericht.