In Rotterdam proberen basisscholen om te gaan met het lerarentekort door docenten van de middelbare school voor de klas te zetten. Het zogenaamde POVO-project brengt de vaak gescheiden onderwijswerelden bij elkaar door leraren uit het voortgezet onderwijs te detacheren naar het basisonderwijs. Dit melden Trouw en Arbeidsmarktplatform PO.
NOG
Rotterdams POVO-project zet docenten flexibel in
-Het POVO-project is een initiatief van LMC voortgezet onderwijs Rotterdam, Stichting PCBO Rotterdam Zuid, de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs en Thomas More Hogeschool. Zij vinden dat het primair en voortgezet onderwijs en het mbo dezelfde organisatiestructuur zouden moeten hebben, waardoor in tijden van nood leraren flexibel kunnen worden ingezet tussen de verschillende onderwijssectoren.
Het is een win-winsituatie: basisschoolleraren kunnen hun opgebouwde kennis van de leerlingen delen met de docenten in het middelbaar onderwijs, terwijl deze vakdocenten op hun beurt hun expertise kunnen inzetten in de bovenbouw van het basisonderwijs. De vo-leraren bereiden de lessen voor met hun po-collega’s en de twee leraren observeren elkaars lessen. Zo leren de leraren van elkaar en kunnen de leerlingen beter begeleid worden bij hun vervolgopleiding.
Verschillende scholen hebben al interesse getoond in de aanpak. Ook het ministerie van onderwijs volgt de samenwerking en zal in april een werkbezoek afleggen om zich te laten informeren over het project.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids