NIJMEGEN - Kinderen die opgroeien in een huishouden waar weinig tv wordt gekeken doen het beter op school en ze zijn later ook minder vaak ongezond dik. Dat blijkt uit een langetermijnstudie van sociologe Natascha Notten, zo meldt de Radboud Universiteit.
Wat hebben volwassenen van nu vroeger thuis meegekregen als het gaat om het boeken lezen en tv-kijken en wat zijn daarvan de langetermijneffecten? Sociologe Natascha Notten gebruikte de gegevens uit de Familie-enquête Nederlandse bevolking 1998, 2000, 2003 en 2009 en het ‘Programme for International Student Assessment' (PISA) 2006 om die vraag te beantwoorden.
Beter af met voorlezen
Kinderen wier ouders meer dan 2 tot 3 uur per dag televisie keken en vooral naar amusementsprogramma's, deden het op lange termijn minder goed in het onderwijs dan kinderen die met hen te vergelijken waren en waar thuis minder tv gekeken werd (uiteraard netjes gecorrigeerd voor andere bepalende factoren). Kinderen aan wie veel voorgelezen werd, deden het beter.
Mediaopvoeding kan uiteindelijk zelfs het verschil uitmaken tussen of iemand kan starten op een hbo of op de universiteit.
Eén tv beter dan geen tv
Uit de data van Nottens blijkt verder dat één tv in een gezin het onderwijssucces doet toenemen, terwijl meerdere tv's in huis laten het afnemen. Een tv op je kamer kan betekenen dat je minder leest en minder tijd besteedt aan je huiswerk.'
Ouders moeten het goede voorbeeld geven en zelf niet hele avonden voor de buis hangen, stelt Notten. ‘Uit mijn onderzoek blijkt dat het er niet alleen toe doet wat ouders als regel hanteren, maar dat ze in hun gedrag ook een houding overdragen die hun kinderen overnemen. Die zijn dus, zo blijkt, eerder geneigd om ook veel tv te gaan kijken.'
Dat is niet alleen slecht voor de schoolcarrière maar ook voor het gewicht, zo blijkt uit het onderzoek. De kans op een ongezond lichaamsgewicht op langere termijn neemt toe voor kinderen die veel tv kijken.