Normal_les_klas_leerlingen_juffrouw_docent

Wanneer leerlingen een vernieuwende onderwijsaanpak krijgen bij bètavakken zou dit zorgen voor een positiever beeld van de betreffende vakken. Ook zou hierdoor de houding van de scholieren ten opzichte van een bètastudie of -loopbaan positiever worden. Innovatieve onderwijsmethodes zouden ook verbetering betekenen op de studieprestaties op de bètagebieden. Dat blijkt uit een overzichtsstudie door onderwijsonderzoekers van de Universiteit Utrecht. Dat meldt het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). 

In de studie werd gekeken naar de effecten van vernieuwend onderwijs op de houding en prestaties van leerlingen ten aanzien van wiskunde en natuurwetenschappen. De resultaten van 65 geselecteerde experimenten die zijn uitgevoerd in het primair en voortgezet bèta-onderwijs werden hiervoor geanalyseerd. Wat blijkt is dat vernieuwend onderwijs meer effect heeft in het primair onderwijs dan in het voortgezet onderwijs. Hoe eerder gestart wordt met de vernieuwende aanpak hoe groter de kans op succes. Het is dus het beste om te beginnen in het basisonderwijs.

De vernieuwende onderwijsmethodes die gebruikt werden in de experimenten zijn onder andere onderzoekend leren, contextrijk onderwijs (werken met relevante voorbeelden uit de praktijk), computerondersteund onderwijs en samenwerkend leren. Met de resultaten kan bekeken worden hoe scholieren meer gemotiveerd kunnen worden om te kiezen voor bètavakken. Vooral met het huidige lerarentekort voor docenten natuurkunde is deze kennis zeer waardevol. Nu zou de belangstelling van scholieren om te kiezen voor bètavakken al jaren afnemen. Verschillende innovatieve onderwijsaanpakken worden nu al ingezet om de belangstelling van de scholieren terug te krijgen. 

© Nationale Onderwijsgids