Aan het landelijke experiment met flexibele schooltijden komt een einde. Volgens minister Slob is het hanteren van flexibele onderwijstijden niet gunstig voor de onderwijskwaliteit. Ouders waren wel tevreden. Dit meldt NOS.
NOG
Verband tussen flexibele schooltijden en afnemende onderwijskwaliteit
-Vanaf 2011 hebben enkele scholen in Nederland meegedaan aan een experiment waarbij werd afgeweken van de geldende regels rondom onderwijstijden. Op deze manier werd bekeken of aangepaste schooltijden een positief effect hebben op het leerproces van de leerlingen en of het voor werkende ouders en opvoeders gunstig is om de school- en opvangtijden af te stemmen op hun werktijden.
Uit onderzoek van de Onderwijsinspectie blijkt nu dat er risico’s zijn verbonden aan de flexibilisering van onderwijstijd. Van de twaalf scholen die meededen aan het experiment zijn vijf scholen eerder gestopt vanwege problemen met de onderwijskwaliteit. Twee scholen moesten maatregelen nemen om de onderwijskwaliteit kunnen waarborgen.
Hoewel er geen sprake was van een representatief onderzoek, geeft Slob aan geen reden te zien om scholen meer flexibiliteit te geven. Hij verwijst hierbij ook naar eerdere uitspraken van de Tweede Kamer dat scholen de vierdaagse schoolweek niet standaard mogen hanteren.
De scholen die meedoen aan het experiment moeten vanaf komend schooljaar, 2020/2021, zich weer houden aan de reguliere regels. Volgens Slob hebben scholen afdoende tijd om zich voor te bereiden op de gevolgen van zijn besluit. Ondanks de beëindiging hebben ouders en deelnemende scholen een positieve ervaring met de flexibiliteit. Ouders geven aan dat er een positief verband is tussen het aantal uren dat ze werken en de flexibele onderwijstijden. Slob zal in een later stadium met ideeën komen om flexibiliteit vanuit een andere invalshoek te bieden.
Door: Nationale Onderwijsgids