UTRECHT (ANP) - Het onderwijs zou meer rekening moeten houden met kinderen met een rekenstoornis, opdat het probleem al in een vroeg stadium kan worden aangepakt. Dat stelt hoogleraar Hans van Luit van de Universiteit Utrecht (UU) in zijn oratie, die hij volgende week uitspreekt. De leerstoel dyscalculie, zoals een rekenstoornis ook wordt genoemd, is een nieuwe positie binnen de UU.
Boodschappen afrekenen
Van de Nederlanders heeft 2 tot 3 procent dyscalculie. Het levert problemen op bij alledaagse dingen als boodschappen afrekenen. Volgens Van Luit wordt in het onderwijs de omvang van het probleem onderschat, zodat er weinig komt van een structurele aanpak op scholen.
,,Leerlingen mogen vanaf groep 4 niet meer op hun vingers sommen uitrekenen. Mensen met dyscalculie hebben hier juist baat bij, dus zouden ze hierin gestimuleerd moeten worden'', aldus Van Luit. Ook voorziet hij problemen voor deze groep kinderen bij de verplichte rekentoets die onderdeel wordt van middelbare schoolexamens.
De hoogleraar pleit voor betere lesmethoden voor dyscalculie, zoals die er al wel zijn voor leerlingen met dyslexie, ofwel woordblindheid.