Scholen moeten heel scherp gaan kijken welke ouders gebruik mogen maken van de noodopvang voor kinderen en welke niet, zegt onderwijsminister Arie Slob op dinsdag. De noodopvang is bedoeld voor kinderen met een moeilijke thuissituatie, of kinderen met ouders die een cruciaal beroep uitoefenen. Maar Slob heeft de indruk dat ook ouders die niet onder de uitzondering vallen hun kinderen toch naar de opvang brengen.
Volgens hem staat er inmiddels "heel veel druk" op de noodopvang. "Het is belangrijk dat scholen heel scherp kijken: vallen deze ouders onder de uitzonderingen die echt bij de cruciale beroepen horen of niet."
Scholen hebben tijdens de lockdown niet alleen de mogelijkheid kinderen op te vangen van ouders in cruciale beroepen, maar laten ook kinderen naar school komen die het bijvoorbeeld thuis moeilijk hebben, of moeite hebben met leren. Volgens Slob hebben scholen en docenten nu beter zicht op welke kinderen echt een plekje op school nodig hebben, en kunnen ze die kinderen daarom sneller bereiken dan in de eerste lockdown. "We zien dat daar meer gebruik van wordt gemaakt."
De minister benadrukt dat hij met het heropenen van de scholen niet verder kan gaan "dan in medisch opzicht verantwoord is", maar beseft desalniettemin wat de schoolsluiting voor kinderen betekent. "Ik heb er letterlijk buikpijn van."
Dinsdagmiddag buigt het kabinet zich over de adviezen van het Outbreak Management Team (OMT) over de coronamaatregelen. Daarop volgt een persconferentie waarin hoogstwaarschijnlijk wordt aangekondigd wanneer de scholen weer opengaan.
Door: ANP