Kinderen zitten veel te veel en sporten te weinig, zo blijkt uit de nieuwste beweegcijfers van TNO. Meer dan de helft van de jeugd beweegt onvoldoende. De gevolgen zijn er dan ook naar: overgewicht en obesitas rukken op onder de Nederlandse jeugd.

Het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) neemt stappen om deze economische en maatschappelijke tijdbom een halt toe te roepen en wil een breed front om nieuwe en bestaande methodes om te smelten tot één landelijke aanpak die werkt.

Volgens de meest recente cijfers (Jeugdmonitor 2009) heeft bijna 14 procent van de jeugd overgewicht. Obesitas komt nu al bij 3 procent van de jeugd voor. Bij jongeren uit achterstandswijken in grote steden is bijna een op de vijf al te dik.

Overgewicht en obesitas vergroten de kans op hart- en vaatziekten, diabetes type 2, bepaalde types kanker en gewrichtsaandoeningen.

Om overgewicht en obesitas tegen te gaan, is het volgens NISB absoluut noodzakelijk dat bewegingsonderwijs weer boven op de agenda komt en scholen verplicht zijn om meer en betere sportlessen te geven aan hun leerlingen. Stevige verbindingen met scholen en georganiseerde sport zijn daarbij van groot belang.

In de afgelopen twee jaar meer dan 20.000 jongeren lid geworden van een sportvereniging dankzij het programma Meedoen alle jeugd door sport en zijn vele duizenden kinderen in de peuterspeelzalen en kinderopvang via Beweegkriebels in beweging gekomen.

NISB is ervan overtuigd dat de beweegcijfers voor kinderen dramatisch zouden teruglopen als dit soort programma's niet meer bestaat. Daarbij wijst het op dreigende bezuinigingen op leefstijlprogramma's, zoals vermeld in de financiële paragraaf van het nieuwe regeerakkoord.

'Het zou buitengewoon onverstandig zijn om de stekker uit al goed lopende programma's te trekken als er een nog grotere dreiging voor de deur staat. Dat vraagt juist om extra inzet', aldus Clémence Ross, directeur van de NISB.