GRONINGEN - De Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen, ofwel de bapo-regeling, wordt ter discussie gesteld door de VO-Raad, de organisatie van werkgevers in het voortgezet onderwijs. De regeling kost scholen 275 miljoen euro per jaar en zou ten koste gaan van veel arbeidsplaatsen in het onderwijs. Volgens de Algemene Onderwijsbond (AOb) zou afschaffing van de bapo juist leiden tot banenverlies.
De bapo biedt arbeidsurenvermindering (afbouw van arbeidsduur) voor ouder personeel in het voortgezet onderwijs en het basisonderwijs, met het doel de werkdruk op oudere leeftijd wat te beperken. Ook moest de regeling bij de invoering in 1998 zorgen voor een betere doorstroming; jonge docenten zouden makkelijker een baan vinden.
Volgens de AOB zou de afschaffing kunnen leiden tot een verlies van 4.000 arbeidsplaatsen in het voortgezet onderwijs en juist ook ten koste zou kunnen gaan van startende docenten. De grootste onderwijsvakbond van Nederland verwacht dat de kosten voor de regeling zullen dalen als in 2016 de grootste pensioengolf achter de rug is.
De VO-Raad vindt in de politiek een medestander. De Tweede Kamer nam al een motie aan die een afbouw van de bapo bepleit. De afbouw is ook inzet van cao-onderhandelingen die momenteel stilliggen.
© Nationale Onderwijsgids / Arend Jan Wonink
