Normal_download__1_

Het Haagse gerechtshof stelt de uitspraak in een zaak over werkdruk in het onderwijs tot nader orde uit. De zaak was aangespannen door wiskundedocente Denise Hupkens tegen de school waar ze werkte, het Visser ‘t Hooft Lyceum in Leiden. Volgens de docente moest zij veel meer uren werken dan in haar contract stond om alle bijkomende taken naast het lesgeven te kunnen uitvoeren. De rechtbank stelt dat het meer tijd nodig heeft om uitspraak te kunnen doen in de zaak. Dit meldt Leidsch Dagblad.

Aanvankelijk zou het hof vandaag uitspraak doen maar dat wordt nu naar verwachting pas over een paar weken. Door het kerstreces bleek er voor het hof onvoldoende tijd om tot een oordeel te komen, zegt een woordvoerster.

Hupkens werkte tussen 2009 en 2012 als vmbo-docent wiskunde op het Leidse lyceum. Naar eigen zeggen moest zij 47 uur per week werken, waarvan 21 uur voor de klas, om haar werk af te krijgen. Dit terwijl zij was aangenomen voor 31 uur per week. Volgens de docente was het echter onmogelijk om binnen de uren van haar contract alle taken af te ronden. De werkdruk in het onderwijs komt volgens haar niet zozeer voort uit het lesgeven zelf, als wel uit alle bijkomende taken. Zoals het bijhouden van leerlinggegevens en het invullen van formulieren voor de inspectie. Hupkens krijgt bijval van veel collega’s die eveneens klagen over hoge werkdruk in het onderwijs.

Hupkens heeft haar zaak aangespannen tegen de Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden (SCOL) waaronder het lyceum valt. Zij eist met terugwerkende kracht extra salaris voor de overuren die zij heeft moeten maken. Ook hoopt Hupkens dat schoolbesturen verplicht worden om een reëlere berekening te maken van de uren die leraren moeten werken.

Een eerdere zaak tegen de scholenstichting verloor de docente, volgens haar door een procedurefout van haar kant. Afgelopen najaar diende het hoger beroep. Tot de uitspraak van het Gerechtshof wil SCOL geen uitspraken doen over de zaak.

© Nationale Onderwijsgids