Het kabinet heeft afgelopen vrijdag besloten om de pensioen-premieopslag die het pensioenfonds voor overheid en onderwijs (ABP) per 1 april van dit jaar doorvoert, te compenseren. Met dit besluit is meer ruimte gekomen voor het afsluiten van een principeakkoord voor een nieuwe CAO. Dit meldt de PO-Raad.
Volgens het Loonruimteakkoord dat afgelopen zomer is gesloten, zou de pensioenpremie flink verlaagd worden, zodat scholen de voorgenomen loonstijging van drie procent zouden kunnen bekostigen. Eind januari besloot het ABP-bestuur echter per 1 april de pensioenpremie te verhogen met één procent. Voor de afgesproken loonsverhoging voor 2016 was door de premieverhoging minder geld beschikbaar. De compensatieregeling van het kabinet zorgt ervoor dat de loonsverhoging doorgang kan vinden.
Twee problemen staan een principeakkoord voor een nieuwe CAO nog in de weg. Beiden hebben te maken met de Wet werk en zekerheid. Ten eerste moeten er meer mogelijkheden komen voor flexibele vervanging van zieke leraren. Ten tweede wordt gelobbyd om de wettelijk vereiste transitievergoeding te betalen vanuit verandering van de regels voor de bovenwettelijke uitkeringen. De PO-Raad hoopt in de loop van maart duidelijkheid te geven over de uitkomst van deze gesprekken.
© Nationale Onderwijsgids
