
De KHMW Langerhuizen Oeuvreprijs 2025 is toegekend aan prof. dr. Christine Mummery, hoogleraar Ontwikkelingsbiologie bij het Leids Universitair Medisch Centrum. Mummery’s onderzoek is erop gericht nieuwe medicijnen voor hart- en vaatziektes te vinden. Rond het jaar 2000 hield ze zich als een van de eersten in Nederland bezig met stamcelonderzoek. Dat meldt de KHMW.
De KHMW Langerhuizen Oeuvreprijs wordt sinds 2020 jaarlijks uitgereikt als eerbetoon aan een wetenschapper die zich verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van de natuurwetenschappen. De prijs wordt ieder jaar aan een ander vakgebied toegekend. In 2025 zijn de (bio)medische, veterinaire, tandheelkundige en farmaceutische wetenschappen aan de beurt. Aan de KHMW Langerhuizen Oeuvreprijs is een geldbedrag van 25.000 euro aan verbonden.
Deeltijdhoogleraar
Christine Mummery is geboren in Engeland. Ze promoveerde in 1978 aan de University of London en begon haar loopbaan als postdoc bij het Hubrecht Instituut in Utrecht met een beurs van de Britse Royal Society. In 2002 werd ze hoogleraar Ontwikkelingsbiologie aan de Universiteit Utrecht. In 2008 maakte ze de overstap naar het Leids Universitair Medisch Centrum, waar ze hoofd werd van de afdeling Anatomie en Embryologie. Tussen 2015 en 2023 was Mummery daarnaast deeltijdhoogleraar Vascular Modelling aan de Universiteit Twente.
Embryonale stamcellen
Door de omgeving van een stamcel op een heel specifieke manier te veranderen kan Christine Mummery die stamcel laten ontwikkelen tot een hart- of bloedvatcel. Vervolgens voegt ze in een petrischaaltje medicijnen aan de bewerkte cel toe om te zien hoe de cel reageert.
Stamcelonderzoek was lange tijd omstreden. Eind jaren negentig slaagden Amerikaanse onderzoekers er voor het eerst in menselijke embryonale stamcellen te genereren uit zogenaamde ‘restembryo’s’ die waren overgebleven bij IVF (reageerbuisbevruchting). In Nederland was het gebruik van restembryo’s voor onderzoek toen nog verboden. Mummery kreeg echter van een Australische collega embryonale stamcellen aangeboden die ze voor onderzoek kon gebruiken. Els Borst, de toenmalige minister van Volksgezondheid, moedigde Mummery aan de cellen samen met haar team in Australië te gaan ophalen. Borst werkte indertijd aan een wetsvoorstel over het gebruik van embryo’s voor onderzoek. De Australische stamcellen stelden Mummery en haar team in staat om in 2000 als eersten in Nederland hartcellen te maken. De positieve resultaten van Mummery’s onderzoek hielpen het wetsvoorstel door de Tweede Kamer te krijgen. De Embryowet werd in 2002 van kracht.
Menselijke stamcellen
Toen ze in 2007 een jaar aan de Harvard University doorbracht, leerde Mummery daar echter een nieuwe manier kennen om menselijke stamcellen te maken, de zogenaamde ‘geïnduceerde pluripotente stamcellen’ (iPSC). Door bepaalde stukjes erfelijk materiaal (DNA) in te brengen in een gewone huid- of bloedcel konden nieuwe stamcellen gegenereerd worden. Toen ze in 2008 terug was in Nederland, ging Mummery met haar team aan de slag met DNA uit Harvard. Opnieuw waren ze de eersten die het in Nederland voor elkaar kregen.
Het voordeel van de nieuwe werkwijze was dat de stamcellen nu afkomstig waren van de patiënt zelf. Bij een hartpatiënt konden de stamcellen bijvoorbeeld worden omgezet in zieke hartcellen. Vervolgens kon de zieke stamcel medicijnen toegediend krijgen die helemaal op die ene patiënt afgestemd waren.
Door: Nationale Onderwijsgids