Vorige week had de nieuwe minister van basis- en voortgezet onderwijs een ontmoeting met drie basisschoolleraren van PO in Actie. Slob vindt het belangrijk om, naast werkgevers en onderwijsbonden, de actiegroep PO In Actie ook een stem te geven. Vanuit hun positie als docent kunnen ze meedenken over de besteding van het extra geld voor het basisonderwijs. Want Slob wil “het liefst door de docenten zelf gedragen plannen”, zo zegt hij in een interview met het AD.

 

De leraren bleven echter bij hun eis voor een extra 700 miljoen euro. Volgens Slob is dat er niet. “Mijn politieke werkelijkheid is het bedrag dat er nu ligt: 700 miljoen euro om in het basisonderwijs de salarissen te verbeteren en de werkdruk te verlagen. Het onderwijs kan zelf nog in de eigen bovenwettelijke regels snijden om nog extra te besteden te hebben. Maar ik kan geen geld uitgeven dat ik niet heb."

 

Het ultimatum van 12 december dat PO in Actie vrijdag heeft gesteld, hoeft deze zaken niet in de weg te staan, vindt Slob. “Dat zij er nog een traject met acties naast willen, is aan hen. Ik ga niet op de stoel van de leraren zitten en wil niet dat zij op mijn stoel gaan zitten. Laten we onze stoelen tegen elkaar aan schuiven."

 

Deze week zullen opnieuw gesprekken plaatsvinden tussen Slob en de leraren. Ook zal Slob binnenkort in gesprek gaan met de achterban van PO in Actie. “Ik heb niet voor niets al eerder gezegd dat ik naast de docenten wil staan."