In het schooljaar 2017-2018 was 21 procent van de basisschoolleraren 55 jaar of ouder. In 2003-2004 was dat nog 11 procent. Vooral het aantal oudere mannen is relatief groot: een op de drie bassischoolleraren is 55 jaar of ouder. Bij vrouwen is dat één op de zes. Over tien jaar hebben de meesten van hen het onderwijs verlaten. Dit blijkt uit een analyse die het CBS voor WNL heeft uitgevoerd.
Minder pabo-studenten
Het aantal potentiële nieuwe leerkrachten is ten opzichte van het schooljaar 2003-2004 gedaald. Toen waren er nog ruim 9,7 duizend eerstejaars hbo-studenten aan de pabo, in 2017-2018 ging het met 4,5 duizend om minder dan de helft. De laatste drie jaar neemt dit aantal overigens weer iets toe.
In de afgelopen jaren hebben de pabo-opleidingen te maken gehad met wijzigingen in de selectie-eisen. Deze wijzigingen zijn bedoeld om de kwaliteit van de opleidingen te verhogen, maar hebben ook gevolgen voor de instroom van het aantal eerstejaars.
Het aantal mannen onder de pabostudenten is al jaren laag, maar met rond de 1.000 vrij constant. Het aantal vrouwelijke studenten loopt terug. In het schooljaar 2003-2004 waren er 8,3 duizend vrouwen onder de eerstejaars hbo-studenten op de pabo, in 2016-2017 nog 3,3 duizend.
Een baan buiten het basisonderwijs
Niet iedereen die een pabo-diploma heeft gehaald, komt daadwerkelijk voor de klas te staan. Van de mannen met een pabo-diploma doen zes op de tien iets anders dan lesgeven. Een aantal is docent in het voortgezet onderwijs (6 procent), of is manager (10 procent). Vrouwen met een pabo-diploma die niet werken als basisschoolleraar zijn vaak leidster in de kinderopvang, onderwijsassistent (9 procent) of leerkracht in het voortgezet onderwijs (4 procent).
Minder basisschoolleerlingen
Het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd is al afgenomen en zal in de toekomst verder dalen. In het schooljaar zaten meer dan 1,5 miljoen kinderen op basisscholen, in 2017/2018 nog 1,4 miljoen. Volgens de CBS Bevolkingsprognose zal het aantal kinderen van 5 tot en met 12 jaar in de komende tien jaar nog met zo’n 70 duizend afnemen in. Het aantal leerkrachten loopt echter niet volkomen samen met het aantal kinderen in het basisonderwijs vanwege het grote aantal leerkrachten dat in deeltijd werkt.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids