Vandaag gaat de nieuwe VPRO-serie ‘100 dagen voor de klas’ van start. In het programma gaan Tim den Besten en Nicolaas Veul de uitdaging aan om als stagiair les te geven op een middelbare school in Lelystad. De zesdelige documentaire laat zien hoe het is om in deze tijd leraar te zijn. Dit meldt VPRO.
Beide mannen gaan 100 dagen werken als buitengewoon stagiair op scholengemeenschap ISG ARCUS in Lelystad. Den Besten geeft lessen Nederlands aan vmbo’ers en Veul doceert geschiedenis en maatschappijleer op het vmbo en havo/vwo.
Ervaren van werkdruk en overvolle klassen
Met het experiment willen de presentatoren in de praktijk ervaren hoe het is gesteld met de werkdruk in het voortgezet onderwijs en hoe het is om les te geven aan overvolle klassen met mondige pubers. Ze komen verschillende uitdagingen tegen op het gebied van bijvoorbeeld orde houden, of (online) pesten.
In gesprek met NU.nl laat Den Besten weten dat het leraarschap niet echt voor hem is weggelegd; het zou niet passen bij zijn “fladderige karakter”. “Als leraar moet je rustig zijn, overzicht houden en overwicht hebben en houden. Maar ik profileerde mezelf als een vriend, een klasgenoot van wie je toevallig ook les hebt, waardoor ik dat overwicht niet had."
Daarnaast viel de tijd die een docent kwijt is aan lessen voorbereiden, lesgeven en nakijken flink tegen, aldus Den Besten tegen NU.nl. “Er blijft weinig ruimte over voor jezelf. En dan hebben sommige docenten ook nog een gezin en kinderen."
100 dagen voor de klas is vanaf donderdag 16 april wekelijks om 20.50 uur te zien bij de VPRO op NPO3.
Door: Nationale Onderwijsgids
