Vakbond CNV Onderwijs vindt dat het kabinet op zoek moet naar middelen om het lege potje van de Lerarenbeurs bij te vullen. Alle aanvragers hebben recht op een deel van de subsidie voor het betalen studiekosten. Onderwijswerkgevers worden in de tussentijd opgeroepen om de studie van hun docenten te financieren. Dit meldt CNV.
Dit jaar is er minder geld beschikbaar voor nieuwe aanvragen van de Lerarenbeurs. Dat komt doordat een deel van de subsidie wordt ingezet voor de bestrijding van het lerarentekort. Het kabinet trekt deze regeerperiode 460 miljoen euro extra uit voor de aanpak van het tekort aan leraren, waarvan 28,5 miljoen afkomstig is van het budget voor de Lerarenbeurs. Daarom is er dit jaar geen 78 miljoen, maar 49,5 miljoen euro beschikbaar voor de beurzen. Volgens docenten zijn 2.400 aanvragen afgewezen.
“Het zou doodzonde zijn als leraren door de afwijzing van hun beurs de voorgenomen opleiding niet gaan volgen. Dat de belangstelling voor aanvullende scholing groter is dan voorzien, is juist een positief signaal. Daar moeten we blij mee zijn”, zegt voorzitter Jan de Vries van CNV Onderwijs.
Subsidie voor studiekosten, studiemiddelen en reiskosten
De lerarenbeurs is beschikbaar voor leraren die een master- of bacheloropleiding, post initiële master, een premaster of een schakeltraject gaan volgen. Met de beurs krijgt een leraar subsidie voor studiekosten, studiemiddelen en reiskosten. Aan de andere kant krijgt ook een werkgever subsidie. Deze kan gebruikt worden om studieverlof te verlenen aan een leraar of om een vervanger te benoemen.
Door: Nationale Onderwijsgids