Vorige week woensdag verscheen het jaarlijkse verslag van de onderwijsinspectie. Ten opzicht van vorig jaar is er duidelijk progressie geboekt, maar nog steeds geeft de onderwijsinspectie één op de vijf leraren een onvoldoende. Ze kunnen de lesstof onvoldoende duidelijk uitleggen aan hun leerlingen. Daarnaast heeft 50 procent van de leraren moeite zich aan te passen aan verschillende typen leerlingen.
145.000 leerlingen op (zeer) zwakke scholen krijgen volgens de onderwijsinspectie onderwijs van onvoldoende kwaliteit. Het gaat om 7 procent van het totaal. De zwakke scholen staan voornamelijk in de vier grote steden en in het noorden.
In het speciaal onderwijs staat bijna 30 procent onder verscherpt toezicht van de inspectie en ook het aantal zwakke vwo's is gestegen. In het praktijkonderwijs werd de meeste progressie geboekt.
De onderwijsinspectie vindt dat zwakke scholen kritischer naar zichzelf moeten kijken; te vaak worden achterstandsleerlingen als excuus gebruikt, terwijl slecht leiderschap, personele problemen en de leskwaliteit de oorzaak zijn van het ondermaats presteren.
Bron: De Volkskrant