De hogescholen willen de laagdrempelige toegang voor grote groepen studenten tot het hoger onderwijs behouden en zien geen noodzaak voor invoering van brede selectie in het hbo.

Wel ondersteunen zij de plannen van staatssecretaris Zijlstra om de kwaliteit van de instroom te verbeteren, onder meer door betere studiekeuzebegeleiding in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs.

Voorzitter Guusje ter Horst van de HBO-raad plaatst hierbij een kanttekening. ‘Dat op hetzelfde moment minister Van Bijsterveldt bezig is de opleidingsduur van het mbo-4 niveau te verkorten tot 3 jaar, zal de kwaliteit van de instroom niet ten goede komen en zet de toegankelijkheid vanuit het mbo naar het hbo onder druk.'

Brede toegankelijkheid vereist wel dat hogescholen, naast het reeds bestaande bindend studie-advies in het eerste jaar, de mogelijkheid krijgen om studenten ook later in de studie een negatief bindend studie-advies te geven.

Uitbreiding van de selectie in het wetenschappelijk onderwijs leidt tot meer vwo-ers in het hbo. Voor hen ontwikkelen hogescholen meer 3-jarige opleidingen. Deze studenten en afgestudeerden met een aantal jaren praktijkervaring moeten de mogelijkheid krijgen een hbo-masteropleiding te volgen.