Gistermiddag 7 juli overhandigde de voorzitter van de HBO-raad het sectorplan Kunstonderwijs aan staatssecretaris Halbe Zijlstra.
Ook de Hanzehogeschool Groningen geeft in dit sectorplan aan hoe zij in een vierjarenplan haar kunstvakopleidingen denkt vorm te geven binnen de Academie voor Beeldende Kunst, Vormgeving en Popcultuur MINERVA, Dansacademie Lucia Marthas en het Prins Claus Conservatorium.
In het rapport van de HBO-raad wordt voorgesteld om het aantal instromende studenten in enkele bacheloropleidingen te verminderen en het aantal masterstudenten uit te breiden. De Hanzehogeschool geeft hier de volgende invulling aan:
-Een terugdringing van het aantal studenten aan de bacheloropleiding Autonome Beeldende Kunst met 10% en aan de bacheloropleiding Vormgeving met 19%. In 2015 zouden dan in totaal 80 studenten minder studeren aan beide opleidingen.
-Bij de bacheloropleiding Muziek van het Prins Claus Conservatorium en de Academie voor Popcultuur wordt een vermindering van 14% voorgesteld, ook hier zouden dan in totaal 80 studenten minder studeren in 2015.
-Dansacademie Lucia Marthas krijgt 10 studenten meer in 2015 (+ 10%).
-De masteropleidingen worden versterkt en uitgebreid. Het Prins Claus Conservatorium krijgt volgens het sectorplan straks de masteropleiding Muziek gefinancierd; in totaal 60 studenten.
Daarnaast versterkt Academie Minerva de masteropleiding Interactive Media and Environments, waarin de masteropleiding Theatervormgeving wordt opgenomen; het aantal plaatsen stijgt naar 22. De masteropleiding Schilderkunst blijft ongewijzigd bestaan, evenals de master Kunsteducatie, die samen met de NHL wordt aangeboden. Nieuw is de master Interieurarchitectuur met 20 studenten.
In totaal zullen volgens de plannen in 2016 185 studenten aan de Hanzehogeschool Groningen een masteropleiding in kunsten volgen, 66 meer dan nu.
Het eindresultaat betekent voor de Hanzehogeschool Groningen dat het totaal aantal kunststudenten iets afneemt; tegenover een afname van het aantal bachelorstudenten staat een stijging van het aantal masterstudenten. Het plan is budgettair neutraal, door de vermindering van het aantal bachelorstudenten kunnen de masteropleidingen bekostigd worden. Daarnaast versterkt de hogeschool de inzet op onderzoek en vooropleidingen.
