Normal_7228

EINDHOVEN - Uit het recent uitgevoerde Nationaal Studiekeuze Onderzoek (NSKO) 2011 blijkt dat jongeren de opleiding zelf de belangrijkste factor vinden in hun studiekeuze.

Ze zijn bereid om in te leveren op de plaats, instelling, toekomstige baanperspectieven en praktijkgerichtheid van de studie. Die zijn pas in tweede instantie doorslaggevend voor hun keuze. Voorlichting met persoonlijk contact en informatie over opleidingen vanuit de instelling zelf zijn populair tijdens de oriëntatiefase.

Opvallend is dat veel scholieren zich breed oriënteren. Meerdere universiteiten, hogescholen én sectoren worden afgewogen, wat aanleiding geeft voor verder onderzoek naar de rollen van competenties (als ondernemerschap, management of dienstverlening) bij de keuze voor de opleiding.

Wanneer en hoe kiezen scholieren hun studie?
Scholieren houden zich vooral in het laatste jaar van hun middelbare school bezig met hun studiekeuze. Een grote groep mbo-leerlingen en vwo'ers richt zich echter vooral in het een-na-laatste jaar op hun studiekeuze. De helft van de scholieren heeft de keuze voor de opleiding en plaats al gemaakt.

Van de scholieren die hun keuze nog niet gemaakt hebben, verwacht het grootste deel hun studiekeuze voor de meivakantie gemaakt te hebben. Opvallend is echter dat een groot deel van de twijfelende laatstejaars verwacht het studiekeuzebesluit rond de zomervakantie gemaakt te hebben (15% tot 18%).

Met name de laatstejaars mbo-leerlingen stellen hun studiekeuze nog even uit, waaronder veel vrouwen.

Persoonlijk contact
De scholieren maken qua studievoorlichting vooral gebruik van middelen waarin persoonlijk contact plaatsvindt, zoals open dagen en contacten met vrienden en studieadviseurs.

Veel scholieren oriënteren zich in het laatste jaar van hun middelbare school, en doen dat over een breed vlak. De scholieren wegen verschillende hogescholen of universiteiten tegen elkaar af en bekijken diverse sectoren.

Profileren
Bepaalde hogescholen en universiteiten weten zich te profileren op een specifiek vakgebied en wekken daarmee de belangstelling van jongeren, zo blijkt het onderzoek.

Zo oriënteert 82% van de jongeren die een opleiding overwegen in voeding/genotmiddelen, zich aan de Wageningen University.

Associate Degree
Ook de profilering van de Associate Degree (AD), een relatief nieuwe twee-jarige vervolgopleiding op hbo-niveau, lijkt succesvol. Hoewel de AD opleidingen relatief nieuw zijn en er op dit moment slechts 1,5% van de mbo'ers te vinden is, heeft 1 op de 6 mbo'ers belangstelling voor een Associate Degree.

De AD lijkt het gat in de markt tussen mbo en hbo op te vullen. Uit het onderzoek blijkt overigens dat de AD nauwelijks havo-leerlingen aantrekt.

Het Nationaal Studiekeuze Onderzoek (NSKO) 2011 werd onder 3.621 respondenten uitgevoerd.

© Nationale Onderwijsgids