Gemeenten worden niet verplicht om de ouderbijdrage voor álle ouders met alle kinderen die deelnemen aan de voorschoolse educatie op de peuterspeelzaal te verlagen per 1 januari 2011. Dat meldt de Rijksoverheid.

Het kabinet vindt het onwenselijk om gemeenten te verplichten om ouders van kinderen zonder risico op een taalachterstand op het Nederlands te subsidiëren. Met het intrekken van de wijziging worden extra financiële en organisatorische kosten bij gemeenten voorkomen.

Op dit moment zijn gemeenten verplicht om de ouderbijdrage laag te houden voor ouders van kinderen met een risico op een taalachterstand in het Nederlands (de doelgroep). Met de voorgenomen wijziging van de Wet op het Primair Onderwijs (artikel 166, tweede lid, WPO) zou de ouderbijdrage voor álle ouders verplicht laag gehouden moeten worden per 1 januari 2011.

De Eerste en Tweede Kamer hebben ingestemd met het voorstel van minister Van Bijsterveldt om de geplande verplichting hiertoe niet door te laten gaan.

Er komt zo snel mogelijk een wetswijziging om de ouderbijdrage voor ouders van kinderen met een risico op een taalachterstand in het Nederlands weer verplicht laag te stellen, zoals nu ook het geval is.

De verwachting is dan ook dat dit besluit tot weinig veranderingen zal leiden voor gemeenten of peuterspeelzaalhouders. Er zal overleg plaatsvinden met de vier grote gemeenten, de VNG en de Maatschappelijke Ondernemers Groep (MOgroep) over deze wijziging en het laag houden van de ouderbijdrage voor ouders van doelgroepkinderen tot de wetswijziging van kracht wordt.