Ondanks de aantrekkende economie en alle inspanningen blijft het aantal arme kinderen hoog (8 à 12 procent) in Nederland. Opmerkelijk is dat 60 procent van deze kinderen werkende ouders heeft. In het advies Opgroeien zonder armoede stelt de SER dat alle kinderen een beroep moeten kunnen doen op voorzieningen die de gevolgen van armoede compenseren, zoals meedoen aan sport en cultuur. Dit beleid moet worden aangevuld met een meer structurele en systematische aanpak van de oorzaken van armoede. Dit meldt SER.
NOG
SER roept nieuw kabinet op armoede onder kinderen structureel te verlagen
-De gevolgen van langdurige armoede voor kinderen zijn groot. Armoede kan heel direct leiden tot minder welbevinden en tot sociale uitsluiting. Ook kunnen kinderen door armoede slechter gaan presteren op school of probleemgedrag vertonen. De SER vindt dat alle kinderen zoveel mogelijk een gelijke start en gelijke kansen moeten krijgen. De SER wil dat het nieuwe kabinet een concrete ambitie formuleert om samen met gemeenten het aantal arme kinderen structureel omlaag het brengen.
Scholen zijn belangrijk voor het signaleren van armoede. Leerkrachten zijn vaak de eerste buitenstaanders die effecten van armoede bij kinderen opmerken. Ook moeten scholen kinderen leren met geld om te gaan én de eigen bijdrage van ouders beheersbaar houden.
De SER pleit voor een armoederegisseur in iedere gemeente, met als belangrijke taak de werkende minima in beeld te krijgen. Verder kan de armoederegisseur de vaak ingewikkelde aanvraagprocedures verbeteren. Daarnaast heeft de armoederegisseur als taak de effectiviteit van gemeentelijk beleid te monitoren.
Het advies is vastgesteld in de openbare raadsvergadering van vrijdag 17 maart. Het is een reactie op een adviesaanvraag van staatssecretaris Klijnsma van SZW van 30 juni 2016. Het advies is opgesteld door een commissie onder voorzitterschap van het kroonlid Nicolette van Gestel. Op verzoek van de staatssecretaris heeft de SER bij de opstelling van het advies nauw samengewerkt met het SCP. Ook heeft de commissie gebruik gemaakt van de input van deskundigen uit wetenschap en praktijk.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids