Ik denk dat het ongeveer tien jaar geleden moet zijn geweest dat ik me voor koken begon te interesseren. Tot dan toe was ik vooral een ‘groot genieter’. Vol bewondering voor hetgeen mijn vrouw elke keer weer voor elkaar kreeg. Hoe zij anderen kon laten genieten; mij, de kinderen, familie en vrienden. Dat wilde ik ook, dacht ik. Maar, waar moest ik beginnen? Waar ligt mijn kracht? Wat zijn de ingrediënten voor succes?
Omdat ik wist dat ik haar op dit vlak nooit zou kunnen evenaren, wat ook niet mijn eigenlijke doel was, zocht ik iets waarmee ik me kon onderscheiden. Waarin ik mijn eigen weg kon volgen, kon experimenteren, misschien haar kon aanvullen. Mijn vrouw is ster in het ‘intuïtief koken’. Zij kan als geen ander liefde toevoegen aan losse ingrediënten waardoor er iets bijzonder smaakvols ontstaat. Ik besloot mij te verdiepen in patisserie. Bij patisserie luistert alles heel nauw. Een grammetje te veel kan de boel doen schiften; zestig gram ís zestig gram.
Een herordening van de keuken was onvermijdelijk. Gardes werden vervangen door snelle machines. De oerdegelijke weegschaal uit grootmoeders tijd maakte plaats voor een precisie weegschaal. De nieuwste snufjes keukentechniek werden geïnstalleerd. Daarna was het oefenen, oefenen, oefenen. Gaandeweg leerde ik de kunst van het taarten en desserts maken verstaan. Later breidde mijn interesse voor koken uit naar nieuwe technieken; fermenteren, koud roken en sous-vide garen. Succesnummers waren, en zijn nog steeds, mijn eigen Luikse wafels en Spareribs sous-vide gegaard. Daar mag ik mijn vrouw voor wakker maken.
Al doende leert men, is een mooi gezegde. Zo is het met leren koken, en zo is het met starten met techniekonderwijs. Een vreemde parallel? Nee, wat mij betreft niet. Techniekonderwijs is voor veel scholen nieuw, staat nog in de kinderschoenen. Maar dat biedt juist kansen voor scholen die er mee willen starten. Voor het geven van techniekonderwijs bestaat geen eenduidig recept. Er is niet één succesformule. Geen leerling is hetzelfde, geen klas is hetzelfde, geen leerkracht is hetzelfde. Door er gewoon mee te starten leer je wat wel en wat niet werkt.
Tuurlijk zijn er lesmethoden en tools voor W&T-onderwijs. Dat is handig. Ze bieden houvast en geven richting. Het vormgeven van goed techniekonderwijs is een leerproces, een proces van vallen en opstaan. Het wordt pas echt leuk als je er als team en leerkracht samen met de leerlingen op een eigen creatieve manier invulling aan kunt geven. En, als je merkt dat het landt bij leerlingen, dat zij er blij van worden.
Volgende week ga ik op stage. Ik loop een dag mee in een professionele keuken. Ik mag over de schouder van een chef-kok meekijken. Zeker weten dat ik daarna vol inspiratie en met nieuwe ideeën weer in mijn eigen keuken sta. Ga ook eens op zoek naar voorbeelden van techniekonderwijs en laat je inspireren door scholen die hiervoor zelf een succesvol recept hebben ontwikkeld. Om je vast op weg te helpen heb ik een aantal voorbeelden voor je.
Ik wens iedereen die in 2018 van plan is te starten met W&T-onderwijs veel succes. En bedenk; het zijn alle losse ingrediënten samen die tot een formule voor goed techniekonderwijs leiden. Waarbij de verhouding tussen de ingrediënten wél moet kloppen.
Heb jij al een verrassend recept voor het kerstdiner? Met deze amuse ben jij de smaakmaker van de avond.
Fijne feestdagen!