Het is rustig in de klas. Alle kinderen zitten in hun eigen werkhoek en zijn hard aan het werk. Mijn collega en ik lopen door de klas en helpen waar nodig. Bij Tahir* blijf ik even wat langer staan. Er was vanmorgen zoveel onrust zichtbaar in zijn ogen en zie hem nu eens hard werken. Ingespannen leest hij de woorden die op de kaartjes staan en plakt deze bij de goede afbeelding. Pas als ik hem een compliment geef over zijn harde werken, kijkt hij op. Zijn blik blijft hangen en na enkele seconden zegt hij: “Je haar zit niet goed, kom maar mee”. Ondertussen is hij al opgestaan en naar de deur gelopen. Nog wat verbaasd over deze opmerking besluit ik achter hem aan te lopen.
Doelgericht loopt hij door de school richting een andere klas. Hij stapt zelfverzekerd de klas binnen, zegt dat hij de gel even komt lenen en loopt naar de kast om de gel te pakken. Mijn collega kijkt mij verbaasd aan en ik haal mijn schouders op. Ik weet ook nog niet waar dit toe gaat leiden, al krijg ik langzamerhand wel een idee. Ondertussen houdt hij in zijn ene hand de gel stevig vast, terwijl hij met zijn andere hand mijn hand vastpakt. Zo lopen we samen weer terug naar de klas.
In de klas mag ik van hem op mijn stoel gaan zitten. Hij maakt de gel open en verdeelt wat gel netjes tussen zijn handen. Voorzichtig doet hij de gel in mijn haren en probeert het in model te brengen. Het is duidelijk dat hij goed in zijn hoofd heeft hoe het moet worden, want hij gaat zeer doelgericht en geconcentreerd aan het werk. Ook stapt hij een aantal keer naar achteren om te kijken hoe het resultaat is. Na enkele minuten lijkt hij tevreden met het resultaat. “Zo,” zegt hij, “nu ben je weer mooi”. Ik bedank hem, hij wast zijn handen, brengt de gel terug en gaat weer aan het werk alsof er niets is gebeurd. De rest van de ochtend hebben we het er niet meer over. Hij heeft zijn werk goed gedaan en vindt dat mijn haar prima zit.
Als we ‘s middags brood gaan eten, kijkt hij een paar keer bedenkelijk mijn kant op. Ik vraag hem wat er is en als antwoord voelt hij aan mijn haren. Zijn simpele conclusie: “Het zit niet goed meer.” Voor ik wat kan zeggen, is hij al opgestaan en naar de andere klas gelopen. De ochtend lijkt zich te herhalen. Naast de gel pakt hij nu ook een borstel en een spiegel erbij. Ik moet de spiegel vasthouden, zodat ik kan zien wat hij doet. Elke keer als ik de spiegel laat zakken, krijg ik te horen: “Wel kijken, je wordt heel mooi”.
Hij is zo taakgericht en geconcentreerd aan het werk dat hij zijn omgeving lijkt te vergeten. Waar hij normaal gesproken direct op andere kinderen reageert, heeft hij nu niet eens in de gaten dat kinderen hem roepen. Als hij klaar is, staat hij trots voor mij: “Kijk eens, hoe knap jouw haar is”.
Omdat hij zo lekker bezig is, laten we hem verdergaan en nemen ook de andere juffen plaats op de stoel. Bij iedereen gaat hij met dezelfde taakgerichtheid en concentratie aan het werk. De ene juf krijgt een staart, de andere juf ‘platte’ haren en weer een andere juf een mooie krul. Elke keer is hij trots op het resultaat en bij elke nieuwe juf lijkt het plezier en de ontspanning toe te nemen. Zo vliegt de middag voor hem voorbij. Voor hij er erg in heeft, is de schooldag voorbij en mag hij met de bus naar huis. Wat een ontspanning is er in zijn gezicht te zien. Hij gaat nog net niet huppelend de bus in.
Als ik ‘s avonds mijn haren was, denk ik terug aan onze kapper. Niet de gegeven lessen of de gemaakte werkjes, maar zijn ontspanning en rust maken deze dag. Wat een topdag!
* Deze naam is gefingeerd