Gemiddeld gingen er in het tweede kwartaal van 2023 905.000 kinderen met kinderopvangtoeslag naar de opvang. In dezelfde periode vorig jaar waren dit er 19.000 minder. Van de 905.000 kinderen die naar de kinderopvang gingen, gingen er 386.000 naar de dagopvang, 405.000 naar de buitenschoolse opvang (BSO) en 89.000 naar de gastouder. Dit meldt Rijksoverheid.
In het tweede kwartaal maakten 6,3 procent minder kinderen gebruik van de gastouderopvang ten opzichte van dezelfde periode in 2022. De dalende trend binnen deze vorm van opvang is al enkele jaren zichtbaar.
Aantal uren kinderopvang
In alle opvangsvormen is het gebruik in uren per kind gestegen ten opzicht van dezelfde periode in 2022. Als we kijken naar vorig kwartaal is het aantal uren ongeveer gelijk gebleven.
Tarieven in de kinderopvang
Ook zijn de gemiddelde tarieven van de verschillende soorten opvang gestegen ten opzichte van het eerste kwartaal van dit jaar. Dit pas binnen de trend: de afgelopen jaren stegen de tarieven iedere keer in het tweede kwartaal. Een deel van de meest recente stijging is te verklarend doordat ouders gedurende het jaar nog wijzigingen in de uurprijs kunnen doorgeven aan dienst Toeslagen.
Het gemiddelde tarief in de dagopvang was met 9,41 euro 0,06 cent hoger dan in het eerste kwartaal. De buitenschoolse opvang kost gemiddeld per uur 8,38 euro en is daarmee met 0,05 cent gestegen. En in de gastouderopvang steeg het tarief voor kinderen van 0 tot en met 3 jaar naar 6,90 euro en voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar naar 7 euro. Dat ligt 2,1 procent boven de maximum uurprijs. Het uurtarief voor de bso ligt met 6,8 procent het meeste boven de maximum uurprijs.
Door: Nationale Onderwijsgids / Johanne Levinsky