Strengere handhaving schijnzelfstandigheid raakt kinderopvang hard

Vanaf januari 2025 gaat de Belastingdienst strenger handhaven op schijnzelfstandigheid bij zzp’ers. Voor de onderwijssector betekent dit dat instellingen kritisch moeten kijken naar hun inzet van zelfstandigen. Volgens schattingen van ABN AMRO behoren circa 250.000 van de 1,25 miljoen Nederlandse zzp’ers tot de risicogroep van schijnzelfstandigen. Dit speelt met name in sectoren zoals onderwijs en kinderopvang, waar zzp’ers vaak structureel onderdeel uitmaken van teams en vaste taken uitvoeren. Dit meldt ABN AMRO.

Het risico op schijnzelfstandigheid kan grote gevolgen hebben voor scholen en kinderopvangcentra, waar de inzet van zzp’ers de afgelopen jaren een noodzakelijke oplossing was voor personeelstekorten. Leraren en pedagogisch medewerkers die via tijdelijke contracten of als zelfstandigen worden ingehuurd, werken vaak onder gezag van de instelling en volgens vaste roosters. Dit verhoogt de kans dat zij fiscaal als werknemers worden beschouwd.

Naheffingen, boetes en velies van belastingvoordelen

Werkgevers lopen risico op naheffingen en boetes, terwijl zzp’ers hun belastingvoordelen kunnen verliezen. De oplossing? Onderwijsinstellingen kunnen zelfstandigen een vast contract aanbieden, hen via een detacheringsbureau inhuren of de samenwerking beëindigen. ABN AMRO benadrukt dat duidelijkheid vanuit de overheid cruciaal is. Het is hierom belangrijk dat de nieuwe wet die strikter onderscheid maakt tussen werknemers en zzp’ers er snel komt.

Door: Nationale Onderwijsgids / Johanne Levinsky