De uitval zonder diploma in het middelbaar beroepsonderwijs loopt op van 10 procent na 1 jaar studie tot bijna 20 procent na 4 jaar. Vooral vanuit het laagste niveau en bij mbo'ers uit eenoudergezinnen is de ongediplomeerde uitval hoog, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Van de eerstejaars mbo van 2005/'06 heeft 10 procent na 1 jaar het mbo zonder diploma verlaten. Na 4 jaar is dit percentage opgelopen naar 18 procent. Vooral vanuit het laagste niveau van het mbo, de assistentopleiding, is de ongediplomeerde uitval hoog. Zo lag die na 1 jaar op 21 procent en na vier jaar op 28 procent. De uitvalpercentages zonder diploma op niveau 4 liggen aanzienlijk lager ((8 procent na 1 jaar en 15 procent na 4 jaar).

Uitval hoger bij eenoudergezinnen
Van de mbo-eerstejaars uit 2005/'06 die opgroeien in een eenoudergezin is het aandeel dat zonder diploma het mbo heeft verlaten na 1 jaar 15 procent en na 4 jaar 26 procent. Dat is meer dan bij de eerstejaars uit tweeoudergezinnen, van wie na 1 jaar 8 procent en na 4 jaar 16 procent ongediplomeerd uitviel. Dat eerstejaars die opgroeien in eenoudergezinnen een hogere ongediplomeerde uitval hebben dan mbo'ers uit tweeoudergezinnen geldt voor alle mbo-niveaus.

De hoogste uitval vond plaats bij de mbo'ers die al een eigen huishouding voeren ((20 procent na 1 jaar en 32 procent na 4 jaar). Deze groep is echter niet zo groot, slechts 3 procent van de eerstejaars mbo uit 2005/'06 woont op zichzelf.