Wanneer je werkzaam bent als leraar in het voortgezet onderwijs, bestaat je takenpakket niet enkel uit het aanleren van cognitieve en praktische kennis. Er moet tevens rekening worden gehouden met het feit dat de puberbreinen massaal in de groei zijn, op weg naar een volwassen status. Dit geldt onder andere voor het voorste gedeelte van de hersenen - de frontale kwab - dat verantwoordelijk is voor het maken van planningen en het overzien van de gevolgen bij bepaald gedrag op de lange termijn. Het is aan ons, de leraren, om ze hierin te begeleiden, te ondersteunen en te sturen. Want jongeren leven nú, in het moment. De toekomst is later. 

Haaks op dit onoverkomelijke kortetermijndenken van de leerlingen staat het quasi getoonde langetermijndenken van onze huidige minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs, Arie Slob. Waar zijn voorgangers in eerdere kabinetsperiodes al de mond vol hadden van ‘anticiperen op de toekomst’, gaat de heer Slob onverwoestbaar door met deze holle mantra. De inkt van de ingediende concepten, wetsvoorstellen en initiatieven die de (onderwijs)toekomst van de kinderen van nu zouden moeten veiligstellen, is nog niet opgedroogd of er ligt alweer een nieuw plan. 
 

Onderwijsplannen voor de toekomst

De initiatieven blijken echter geregeld ver van de onderwijsurgentie af te staan (verplicht naar het Rijksmuseum, zingen van het Wilhelmus), draagvlak te missen (opzet en teloorgang toekomstgericht initiatief Onderwijs2032 en de huidige doorstart onder de naam Curriculum.nu) of een vermomde bezuinigingsmaatregel te zijn (invoering Wet Passend Onderwijs).
 
Tegelijkertijd profiteren we in ons land van de vrijheid van onderwijs. Een grondrecht dat sinds 1917 van kracht is en met name de laatste twee decennia voor een enorme diversiteit aan onderwijsconcepten heeft gezorgd. Dit alles om, wederom, de kinderen van nu beter voor te bereiden op de toekomst. 
 

Ruis in onderwijsland

De beschreven initiatieven versterken de ruis die hoorbaar is in onderwijsland. De zogenaamde toekomstgerichte aanpak en sub-concepten die onze landelijke onderwijsleiders bedenken, staan echter synoniem voor het weglopen van de échte problematieken. Zoals het achteruit hollen van de lees- en rekenvaardigheden, de kansenongelijkheid, de coronacrisis en het lerarentekort als overkoepelend thema. 
 
In dit geheel bezien kunnen we nog wat leren van de wereldberoemde Japanse opruimgoeroe, Marie Kondo. Zij is de schrijfster van bestsellers als ‘Opgeruimd!’ en ‘Spark Joy’. Het zijn boeken die mensen aanzet en helpt bij het ordenen en opruimen van hun huis of werkplek om op deze manier meer persoonlijke en innerlijke rust te creëren. Zij ziet opruimen als een ritueel waar mensen zich beter van gaan voelen en daardoor beter gaan functioneren. Enkele tips zijn bijvoorbeeld dat je streng moet zijn bij het selecteren wat van belang is voor jou, dat je leert schrappen en komt tot een aantal kernbezittingen die waardevol en praktisch zijn. Daarnaast is het van belang dat je overzicht krijgt en doelen creëert. Wat is écht noodzakelijk? Wat wil ik bereiken? Laat daarbij ook je gevoel spreken: wat brengt vreugde? De laatste tip is, niet geheel onbelangrijk, het afscheid nemen van alles wat zorgt voor afleiding en ruis. 
 

Elimineren van ruis

Onder andere door de verkoopcijfers van haar boeken en haar mateloze populariteit, mag je er redelijkerwijs vanuit gaan dat mensen op zoek zijn naar rust, orde en sereniteit in hun werk- en leefomgeving. Het is dan ook niet vreemd om deze tips op onderwijskundig gebied toe te passen en voortaan alles wat ‘ruis’ oplevert te elimineren of niet toe te staan. Simpelweg gezegd: laat het aanleren van kennis, op praktisch en cognitief gebied, en het aanhoren en zien van de leerlingen, op sociaal-emotioneel en persoonlijk vlak, de hoofdelementen zijn die een stabiele factor vormen en waar het goed begeleiden van leerlingen om draait. Want uiteindelijk hebben de leerlingen gelijk: de toekomst is niet later, maar nu.
 
Pascal Cuijpers
(Docent VO, publicist en auteur)
 
© Nationale Onderwijsgids / Pascal Cuijpers