Logo_jan_ruigrok_portretfoto

Meer dan 350 keer is in het afgelopen schooljaar een leerling geschorst of definitief van de middelbare school gestuurd voor wapenbezit. Een verdubbeling in een paar jaar tijd. Scholieren worden betrapt met bijvoorbeeld keukenmessen, of zelfs een doorgeladen vuurwapen. In gesprek met expert sociale veiligheid Jan Ruigrok. 

De cijfers zijn afkomstig van de onderwijsinspectie. Het eerste wat Jan Ruigrok, expert sociale veiligheid, op zijn netvlies kreeg toen hij afgelopen weekend dit nieuwsbericht las, was een bezoek van hem aan een school in Amerika. “Boven de ingang van die school hing het bordje ‘leave the street outside’. Die mensen die er werkten wisten dat ze maar een kleine schakel in het geheel vormden, maar wel een heel belangrijke: binnen de school was het veilig en goed, ‘daar staan we voor’. Het was een school die gerund werd door idealisten die er voor meer dan 100% voor de leerlingen waren waarvan velen uit een omgeving kwamen die je geen kind gunt. Het er voor gaan zat in hun aanwezigheid die verder reikte dan de schooldeuren. Je zag het ook terug in opvallende keuzes. Zo zei een lerares: ‘op een of andere manier krijgen we nogal wat kinderen die erg goed in wiskunde zijn, dus die geven we extra wiskunde'. Bij veel scholen zouden ze juist minder wiskunde krijgen om hun tekorten in andere vakken aan te vullen. Investeren waar je goed in bent of je tekorten aanvullen. Wat zou die keuze betekenen voor het plezier waar kinderen mee naar school gaan én voor de agressie die ze de mee de school innemen?”  


Hoe verder na de schorsing?

Schooldirecteur Stef Macke van het Tabor College d'Ampte was één van de weinige directeuren die de media over het verboden wapenbezit van leerlingen te woord wilde staan. Eerder dit jaar sloeg scholenkoepel iHub alarm, toen bleek dat een leerling met een doorgeladen pistool door de gangen liep. Naast een schorsing kunnen leerlingen vanwege het verboden wapenbezit mogelijk ook strafrechtelijk vervolgd worden. Is er nog herstel mogelijk in de relatie tussen leerlingen en school na de straf? Jan Ruigrok: “Strafrecht en herstelrecht vullen elkaar aan. Herstelrecht is een ‘recht’ waar in principe mensen wél of geen gebruik van kunnen maken. Het kan helend zijn voor alle betrokkenen. De bereidheid om te herstellen zul je moeten onderzoeken. En alleen al dat onderzoeken is helpen: je laat aan mensen zien dat je bij hen betrokken bent en hen wilt ondersteunen. Ook door hen uit te dagen in actie te komen om hun fouten te herstellen. Van iemand die een wapen meeneemt kun je zeggen, dat die zichzelf buiten de gemeenschap, de school, plaatst. De school schorst hem niet, hij schorst als het ware zichzelf. De school kan dan onderzoeken of er mogelijkheden zijn iemand die een wapen droeg, weer binnen de gemeenschap in te insluiten. Die insluiting vindt dan plaats doordat de foutenmaker in kwestie in overleg met andere betrokkenen, een actie uitvoert waarmee de school weer een stap in de richting van veiligheid kan zetten. Soms lukt dat en soms zijn de verhoudingen zo verstoord dat het niet meer lukt. En zelfs dan, wanneer terugkeer niet meer mogelijk is kun je afscheid nemen van de leerling op een manier die voor iedereen respectvol is. 'We hebben ons best gedaan, we hebben onze handen uitgereikt en die zijn niet opgepakt zoals we graag wilden.' Je verkleint hiermee de kans dat je met een verwijdering een zaadje plant voor een volgend conflict. Een kwestie van 'voel de pijn en vier je feestje'.” 


Herstelactie 

Uit eigen ervaring weet Jan Ruigrok dat na een schorsing een herstelgerichte aanpak oplossingen kan bieden. “Ik heb een situatie begeleid waarin een leerling met een mes had lopen zwaaien op het schoolplein. Na zijn schorsing onderzochten we de mogelijkheid van een herstelactie van die jongen. Docenten waren bereid, leerlingen stonden open en er vond een gesprek plaats met enkele docenten, leerlingen, de ouders van die jongen die zelf ook een vriend had meegenomen. Nadat de betrokkenen verteld hadden hoe ze zich gevoeld hadden tijdens en kort na het incident, stroomde er menig traantje. Niet in het minst bij de jongen die het mes had gebruikt. Die jongen kon goed fotograferen en zijn herstelactie was het maken van een fotoserie waaruit de goede sfeer op school in de spotlights werd gezet. Het was voor iedereen een goede oplossing die er aan bijdroeg dat de sfeer in zijn geheel beter was dan vóór het incident.”  


Tips

Tot slot: wat raadt Jan Ruigrok scholen aan die geconfronteerd worden met wapenbezit van leerlingen? “Ieder conflict is een kans om er sterker uit te komen. Bij werkelijk herstel bereik je dat iemand die de fout in is ingegaan, door met anderen in gesprek te gaan, zelfinzicht krijgt en daardoor minder geneigd is in herhaling te vallen. Wanneer zo’n foutenmaker de gelegenheid krijgt zijn verhaal te vertellen, kan er bij anderen ook inzicht ontstaan. Niet dat de daad daarmee vergoelijkt wordt, maar wel begrepen. Zo in de trend van ‘nu ik zijn verhaal gehoord heb, vraag ik me af of ik in zijn situatie ook rare dingen gedaan zou hebben’. Achter ieder gedrag zit een behoefte. Als je erin slaagt die behoefte zo te vervullen dat iedereen er beter van wordt, wordt iedereen sterker. Soms neemt een jochie een mes mee om de grote bink uit hangen. Laat hem de grote bink uithangen door een geweldige bijdrage aan de school te leveren door zijn kwaliteiten in te zetten en hij hoeft geen mes meer mee te nemen. En jawel, soms moet daar een disciplinaire maatregel aan vooraf gaan.”
 
“Verboden wapenbezit bedreigt de hele school én de maatschappij erbuiten. Betrek leerlingen, ouders, leraren, politie, sportclubs, dus de gehele gemeenschap en kijk hoe je met zijn allen dit probleem kunt tackelen. Laat leerlingen, ouders en andere betrokkenen meedenken en geef hun ideeën een plek. Leerlingen komen misschien niet met wat jij als de meest adequate oplossing ziet. Maar een net wat minder goede aanpak die door leerlingen gedragen wordt, sorteert meer effect dan een perfecte die van bovenaf wordt bedacht en opgelegd.”