Bruins wijst erop dat het aantal mbo-studenten in Nederland naar verwachting zal dalen van 508.000 in 2020 naar ongeveer 437.000 in 2038, met in sommige regio's een nog sterkere afname. Zonder interventie zouden sommige opleidingen mogelijk moeten sluiten vanwege het afnemende aantal studenten.

Deze regio's krijgen extra budget

Een budget van 90 miljoen euro is voor de periode 2025-2027 beschikbaar gesteld voor regio's waar de bevolkingskrimp minstens twee keer hoger is dan het landelijke gemiddelde. Dit betreft elf van de 35 arbeidsmarktregio’s in Nederland, alle buiten de Randstad, waaronder drie in Limburg, de noordelijke regio’s Groningen, Friesland, en Drenthe, maar ook Twente, de Achterhoek, Zeeland, Rivierenland en Noord-Holland Noord.

De minister roept mbo-instellingen in deze regio's op om gezamenlijk een toekomstplan op te stellen voor hun onderwijsaanbod voor de komende tien jaar. Dit plan kan onder meer voorzien in het in stand houden van opleidingen, het uitwisselen van opleidingen tussen scholen, of zelfs fusies.

Meer zekerheid voor krimpregio's

Voor de lange termijn streeft de minister naar een aanpassing van het bekostigingssysteem, zodat dit minder afhankelijk is van studentenaantallen en beter bestand tegen demografische schommelingen. Het huidige systeem, dat vooral gebaseerd is op het aantal ingeschreven studenten, zou plaats moeten maken voor een model met een ‘vaste voet’. Dit moet scholen in krimpregio’s meer zekerheid bieden. Minister Bruins heeft aangegeven deze belangrijke wijziging in de financieringssystematiek als een prioriteit te beschouwen en wil hierover op korte termijn in gesprek gaan met zowel de mbo-scholen als de Tweede Kamer.

Door: Nationale Onderwijsgids / Fleur Zomer