Kinderen kennis laten maken met het culturele erfgoed en de collecties van de Drentse musea. Dat is in het kort het doel van het provinciale project Culturele Mobiliteit. Dit schooljaar maken zeker 10.000 kinderen, tussen de 9 en 12 jaar, via de Drentse basisscholen kennis met geschiedenis, archeologie, kunst en theater in de Drentse culturele instellingen.
Een museum is de ideale omgeving om op een ongedwongen manier te leren, zo meent organisator K&C. Meer dan een les op school biedt het museum een beleving. Kinderen leren doordat ze met eigen ogen zien en daarbij de verhalen horen. Ze nemen kennis van provinciale geschiedenis of moderne kunst. Tijdens een museumbezoek in het kader van Culturele Mobiliteit staat altijd het meedoen centraal.
Culturele Mobiliteit stimuleert een bezoek aan het museum, maar ook het theaterbezoek. De meeste leerlingen in Drenthe bezoeken tijdens de basisschoolperiode theatervoorstellingen op school. Culturele Mobiliteit moedigt scholen aan om leerlingen kennis te laten maken met één van de grote theaters in Drenthe, met de daarbij behorende beleving.
De provincie Drenthe onderschrijft het belang van een museum- en theaterbezoek voor alle Drentse kinderen met een jaarlijkse subsidie. Het vervoer naar het Drents Museum, Drents Archief, Herinneringscentrum Kamp Westerbork, Museum De Buitenplaats, Hunebedcentrum en de Drentse theaters kan met deze subsidie voor een groot deel gefinancierd worden. Hierdoor betalen scholen slechts een kleine bijdrage in de vervoerskosten en is een bezoek aan een museum vanuit elke hoek van Drenthe mogelijk.
In 2013 bezochten ruim 9500 kinderen één van de Drentse culturele instellingen via Culturele Mobiliteit. De leerkrachten beoordeelden de lesprogramma’s toen met goed tot uitstekend. Alleen de inzet van betaalbaar busvervoer maakt het voor veel scholen mogelijk om een museum te bezoeken. Het lesprogramma sluit aan op het reguliere lesprogramma van veel scholen of is een vaste pijler binnen het cultuurbeleid van de school.