De Kinderombudsman heeft onderzoek gedaan naar de manier waarop een basisschool het onderwijs op afstand verzorgde aan twee kinderen tijdens de coronapandemie. De kinderen konden niet naar school vanwege de kwetsbare gezondheid van hun moeder. De Kinderombudsman vindt de klacht deels terecht. Over de andere klachten wordt geen oordeel gegeven. Dat meldt de Kinderombudsman.
De klacht werd ingediend door de ouders, mede namens de kinderen. De kinderen kwamen tijdens corona in het voorjaar van 2020 noodgedwongen thuis te zitten. De kinderen kregen de leermiddelen thuis en twee keer per week hadden ze online uitleg. Daarnaast konden ze leerkrachten altijd mailen of appen.
Laptop in de klas
Het thuisonderwijs verliep alleen niet zo vlot. De ouders hadden meerdere keren aangegeven dat het misschien handig was om een laptop in de klas te zetten. Op die manier zouden de kinderen op hetzelfde moment de instructies krijgen als de andere leerlingen in de klas. De kinderen zouden zich op die manier ook minder geïsoleerd en eenzaam voelen. De school vond dat niets en wees het idee van de ouders af.
Vertrouwensbreuk
De Kinderombudsman vindt dat de school te weinig heeft gedaan om de kinderen vanuit het thuisonderwijs mee te laten doen. De school is iedere keer op zoek gegaan naar de grenzen van wat ze moest doen, maar niet naar wat ze voor de kinderen kon betekenen. De school gaf aan dat er een vertrouwensbreuk was ontstaan en dat de ouders daarom geen gebruik mochten maken van een liveverbinding.
Hybride
Ook vond de school dat de liveverbinding met de kinderen thuis niet te combineren was met het fysieke onderwijs in de klas. De Kinderombudsman vindt dat dit pas beoordeeld kan worden na een proefperiode. De door de school genoemde privacy problemen gaan niet op voor de hybride vormen van onderwijs. Op veel scholen werd en wordt nog steeds lesgegeven via hybride vormen.
De kinderen gaan inmiddels naar een andere basisschool.
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk