Normal_studenten__collegezaal__luisteren__hbo__uni

Het onderzoek dat lectoren en hun kenniskringen doen legt de verbinding van kennis naar toepassingen in de praktijk bij het bedrijfsleven en de non-profit sector. Het hbo neemt daarmee een eigen plaats in binnen het kennislandschap van Nederland, naast universiteiten, UMC's en publieke kennisorganisaties. Dat blijkt uit het rapport 'Feiten en cijfers 19 Praktijkgericht onderzoek bij lectoraten van hogescholen' dat het Rathenau Instituut 25 mei uitbrengt. 

Het aantal lectoren is de afgelopen jaren gegroeid van 350 (2008) naar 600 (2014). Ook het budget per lector stijgt snel. Kenmerkend voor deze onderzoekers aan hogescholen is hun praktijkgerichte aanpak. Ze vormen zo een schakel tussen verschillende spelers: bedrijven, overheden, universiteiten en andere kennispartners. Dat werkveld vormt een inspiratiebron voor het onderzoek van de lectoren. En vervolgens versterkt het de kennisinnovatie in hun netwerken en de onderwijsverbetering in eigen huis. Het bezoeken van congressen en symposia waar het werkveld bij elkaar komt wordt als relevanter ervaren dan een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift. 
 
Deze externe gerichtheid wordt gestimuleerd door de RAAK-regelingen die sinds 2004 van kracht zijn; een praktijkgerichte en vraag gestuurde onderzoekstroom beheerd door NWO. De basisfinanciering is de rijksbijdrage van de minister van OCW. Het gemiddeld jaarbudget per lectoraat is gestegen van 209.000 euro (2009) naar 290.000 euro (2014). De lectoren verwerven ook middelen in de regio, bij bedrijven en uit Brussel.
 
Een meerderheid van de lectoren heeft naast de baan als lector nog een andere professionele activiteit; bijvoorbeeld in een eigen bedrijf of voor een maatschappelijke organisatie. Rathenau-onderzoeker Jos de Jonge vat het kernachtig samen: "Het lectoraat begint en eindigt met de professional in de praktijk, vaak ook opgeleid in het hoger beroepsonderwijs." 
 
© Nationale Onderwijsgids