Normal_wijn_alcohol_drank_drinken

Bijna 9 op de 10 hoogopgeleide 65-plussers geven aan wel eens alcohol te drinken. Onder hun laagopgeleide leeftijdsgenoten zijn dat er bijna 7 op de 10. De hoogopgeleide drinker van 65 jaar of ouder valt het vaakst in de categorie overmatige drinker. Ze geven zelf aan dat ze vaker stevig drinken dan hun laagopgeleide leeftijdsgenoten en ook vaker dan de jongere hoogopgeleiden. Dit blijkt uit cijfers van de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor van het CBS, het RIVM en het Trimbos-instituut, waarbij personen van 12 jaar of ouder vragen beantwoorden over hun alcoholconsumptie. 

Van de hoogopgeleiden van 25 jaar of ouder zegt 89 procent in de afgelopen 12 maanden weleens alcoholhoudende drank te hebben gedronken. Onder hun middelbaar- en laagopgeleide leeftijdsgenoten is dit achtereenvolgens 83 en 70 procent. Vooral onder hoogopgeleiden die aangeven weleens alcohol te nuttigen neemt het percentage overmatige drinkers toe met de leeftijd: 15 procent van de hoogopgeleide 65-plussers drinkt overmatig, bijna twee keer zoveel als 25- tot 45-jarigen. Onder laagopgeleide drinkers is het aandeel overmatige drinkers juist lager onder 65-plussers vergeleken met de 45- tot 65-jarigen (10 tegenover 14 procent).

Hoewel laagopgeleide mannen minder vaak drinken dan hoogopgeleide mannen (79 tegenover 93 procent) is hun alcoholgebruik - als ze drinken - wel vaker overmatig. Ruim14 procent van de laagopgeleide drinkende mannen geeft aan meer dan 21 glazen alcohol per week te drinken, terwijl dit nog geen 11 procent is onder hoog opgeleide drinkende mannen. Ook laagopgeleide vrouwen drinken minder vaak dan hoogopgeleide vrouwen (63 tegenover 86 procent). Onder drinkende vrouwen is het aandeel overmatige drinkers vergelijkbaar over alle opleidingsniveaus: ongeveer 1 op de 10 geeft aan meer dan veertien glazen alcohol per week te drinken.

Vrouwen van 25 jaar of ouder drinken minder vaak dan mannen in dezelfde leeftijd (86 tegenover 74 procent) en als zij drinken, drinken ze ook minder vaak overmatig. Met name drinkende vrouwen van 25 tot 45 jaar drinken aanzienlijk minder vaak overmatig dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. Vanaf 45 jaar is onder de drinkers geen verschil meer zichtbaar tussen mannen en vrouwen wat betreft overmatig drinken. 

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids