Het aantal allochtone studenten op de pabo’s in Nederland is opzienbarend laag. Dit heeft als gevolg dat er bijna geen gekleurde leraren meer voor de klas komen te staan. Dit meldt het AD.
Slechts een schamele tien studenten aan de pabo Iselinge Hogeschool in Doetinchem is van niet-westerse achtergrond. Dat is nog geen drie procent van het totale aantal pabo-studenten aan deze instelling. Dergelijke verhoudingen zijn tegenwoordig in het hele land terug te zien. Concrete cijfers ontbreken, omdat de culturele achtergrond van studenten niet wordt geregistreerd, maar een kijkje bij enkele pabo’s maakt al snel duidelijk dat het aantal studenten van niet-westerse afkomst erg laag is.
“We hebben wel allochtone studenten, maar het is mondjesmaat’’, zegt Karin van Weegen, directeur van de HAN Pabo, met vestigingen in Arnhem en Nijmegen. Vergelijkbare geluiden klinken uit Ede, waar de Christelijke Hogeschool gevestigd is. Alleen de pabo van de Hogeschool van Amsterdam geeft aan een redelijke etnische diversiteit te kennen. “Wij hebben zo'n dertig procent allochtone studenten’”, zegt woordvoerder Wouter Rutten.
De in 2015 ingevoerde toelatingstoetsen voor het doorstromen van mbo-studenten naar de pabo, worden veelal genoemd als een belangrijke oorzaak. Deze toetsen zijn in het leven geroepen om het niveau van de pabo te verhogen. Echter hebben zij er ook voor gezorgd dat het aantal mbo’ers dat doorstroomt, flink afgenomen is. “En juist de instroom vanuit het mbo is het meest gekleurd”, zegt Barbara de Kort, voorzitter van LOBO, het landelijk overleg van de pabo's. “We zitten in een ingewikkelde spagaat. Aan de ene kant willen we de bereikte kwaliteit handhaven, en daar helpen toelatingstoetsen bij. Aan andere kant moeten we met lede ogen toezien hoe dit beleid in sommige gevallen leidt tot extreme verwitting van de pabo's.”
Het helpt tevens niet mee dat het beroep van leerkracht in het basisonderwijs bij allochtone groepen laag in aanzien staat. Opleidingen in de richting van rechten, business, ict en, bij vrouwen, de zorg zijn populairder. De Kort: “We moeten het beeld dat het vak van meester of juf in de ranking onderaan staat, zien bij te stellen.”
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids