In een brief aan de Tweede Kamer roepen de PO-Raad en de Vereniging Hogescholen op om het bevorderen van beweging bij kinderen niet alleen een taak van het onderwijs te maken. Goede gymlessen op school zijn cruciaal, maar daarnaast is het ook belangrijk dat buiten school aan beweging wordt gedaan, aldus beide sectorraden. In de brief pleiten ze voor meer samenwerking tussen scholen, gemeenten en sportverenigingen. Dit melden de PO-Raad en Vereniging Hogescholen.
Vandaag bespreekt de Kamer in een rondetafelgesprek het wetsvoorstel van SP-Kamerlid Michiel van Nispen. Met dit voorstel wil Van Nispen het onderwijs tot minimaal drie uur bewegingsonderwijs per week verplichten. Deze gymlessen mogen alleen gegeven worden door gekwalificeerde vakdocenten die een opleiding aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding hebben afgerond.
De PO-Raad en de Vereniging Hogescholen zijn het met de SP eens dat goede vakdocenten van groot belang zijn voor bewegingsonderwijs. De beweegvaardigheid van kinderen verbeteren komt volgens hen echter op meer aan dan gymlessen op school. Scholen kunnen ook op andere manieren aandacht besteden aan beweging, door dit onderdeel bijvoorbeeld te integreren in de lessen in de klas.
Ook beweging buiten school moet gestimuleerd worden, vinden de sectorraden. Dit voorjaar concludeerde de onderwijsinspectie dat school maar voor een deel invloed heeft op de beweegvaardigheid van kinderen. De samenwerking met gemeenten en sportclubs is daarin belangrijk.
Het pleidooi van de PO-Raad en de Vereniging Hogescholen sluit aan bij het advies van onder meer de Onderwijsraad om het beweegaanbod te versterken door meer samenwerking tussen onderwijs, gemeenten en sportverenigingen.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids