Het aantal eerstejaarsstudenten aan de pabo ligt dit studiejaar 9,5 procent hoger dan in 2018/2019. Dat is een toename van 452 studenten.

 

Opvallend is dat het aantal mannen harder stijgt dan het aantal vrouwen. Dat geldt voor alle opleidingsvormen, zowel voltijd, deeltijd als duaal. Voorzitter Maurice Limmen van de Vereniging Hogescholen denkt dat deze stijging vooral te maken heeft met de aanpassingen die hogescholen hebben gedaan om meer mannen te trekken.

 

Zo hebben veel opleidingen de kleuterstage (deels) geschrapt, voor mannelijke studenten vaak een drempel om aan de pabo te beginnen. Ook heeft Windesheim het Teachers College, waarbij pas na 1,5 jaar studeren een keuze hoeft te worden gemaakt voor het basisonderwijs of het voortgezet onderwijs. Het laatste voorbeeld dat Limmen noemt is de speciale studievereniging Mannen op de Pabo (MOP) van Hogeschool Utrecht, wiens missie het is om zoveel mogelijk mannelijke studenten te trekken tijdens de open dagen. 

 

Limmen plaatst nog wel een kanttekening bij de stijging van het aantal studenten: “We moeten wel beseffen dat deze studenten pas over vier of vijf jaar aan het werk gaan als leerkracht, dus daarmee lossen we het acute probleem waarmee veel scholen en ouders kampen nu niet op.” Dat betekent dat het lerarentekort van vandaag hiermee nog niet opgelost is.