Een gastouderopvang kan gezien worden als ondernemer. Hiervoor moet de gastouder wel aan enkele voorwaarden voldoen. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarder heeft het ondernemerschap van een gastouder afgewezen, omdat de gastouder te weinig zelfstandigheid bezit ten opzichte van het gastouderbureau om als onderneming gezien te worden. “Voorts zijn ook de risico’s die belanghebbende loopt van onvoldoende gewicht om tot de aanwezigheid van een onderneming te concluderen”, aldus het Gerechtshof.

KNGO benadrukt dat een rechter zijn conclusies moet baseren op de bewijsmaterialen die worden ingebracht en de toelichting van de verdediging daarbij. Daarom kan de uitspraak in deze zaak niet meteen als standaard aangenomen worden bij andere rechtszaken met hetzelfde onderwerp. De KNGO is wel minder blij met één van de argumenten, namelijk de mate van zelfstandigheid. Het netwerk benadrukt daarom het belang van het goed op orde hebben van zaken en bewijsmateriaal. “Je moet als ondernemer gewoon goed op de hoogte zijn van de wet- en regelgeving. Kun je het zelf allemaal niet zo goed volgen, laat je dan bijstaan door een boekhouder of accountant die zorgt dat jouw ondernemerschap goed onderbouwd kan worden en in de pen klimt wanneer dit ondernemerschap in twijfel getrokken wordt”, adviseert KNGO.

Deze week komt het netwerk met een meer inhoudelijke reactie op de uitspraak, zodat andere gastouders meer zicht krijgen op welke zaken van invloed waren bij het afwijzen van het ondernemerschap bij deze gastouder. Ook zal het netwerk kijken hoe zij hun leden nog beter kunnen ondersteunen in het verkrijgen van het ondernemerschap. 

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids