
(Novum) - Landen die sinds de eeuwwisseling veel geïnvesteerd hebben in kwaliteit van werk, zijn sinds het begin van de crisis het snelst gegroeid. Die conclusie trekt de internationale arbeidsorganisatie ILO in een dinsdag gepubliceerd onderzoek. Ook nam in die landen de inkomensongelijkheid veel sterker af dan in landen die minder naar de kwaliteit van banen keken.
Gemiddeld groeiden landen die sinds 2000 vooropliepen bij het stimuleren van arbeidskwaliteit - zoals betere werktijden en arbeidsvoorwaarden - jaarlijks met 3,5 procent tussen 2007 en 2012, zo stelt de ILO. Het gaat daarbij overigens om opkomende economieën en ontwikkelingslanden. Naar de gevestigde orde, waaronder Nederland, werd in het onderzoek niet gekeken.
De groei van de landen die in werkkwaliteit investeren, ligt aanmerkelijk hoger dan in andere ontwikkelingslanden en opkomende economieën. Daar groeide het bruto binnenlands product per hoofd in de zes onderzochte jaren slechts met 2,4 procent. In de ontwikkelde, rijkste landen van de wereld was dat 1,8 procent.
"Groei is niet alleen het gevolg van zaken zoals export, vrije handel en investeringen", zo stelt voorman Guy Ryder van de ILO. "Sociale bescherming, respect voor werkomstandigheden en echte werkgelegenheid zijn ook cruciaal voor het scheppen van kwalitatief goede banen." Die banen leiden volgens Ryder weer tot betere leefomstandigheden, hogere consumptie en sterkere economische groei.