Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft een nieuw model ontwikkeld om te bepalen bij welke leerlingen mogelijke onderwijsachterstanden te verwachten zijn. In dit nieuwe model spelen meer factoren een rol dan alleen het opleidingsniveau van de ouders, zoals in de huidige 'gewichtenregeling' nog het geval is. De PO-Raad is blij met het meer genuanceerde beeld van achterstandsleerlingen waar het CBS nu op uit komt. Keerzijde is dat door deze "verkeerde definitie" van achterstandsleerlingen veel geld verloren is gegaan en kinderen goede begeleiding zijn misgelopen. Het is goed dat nu meer indicatoren gaan meewegen, zegt voorzitter Rinda den Besten in Trouw, maar dan moet er nu ook meer geld bijkomen. Dit melden PO-Raad en Trouw.
Sinds 2011 is het budget voor het aanpakken van onderwijsachterstanden flink gedaald. Doordat het opleidingsniveau van ouders stijgt, komen minder leerlingen in aanmerking voor achterstandsmiddelen. Het aantal leerlingen dat extra ondersteuning nodig heeft vanwege een achterstand daalt echter niet, zegt de PO-Raad, omdat het criterium niet deugt. "Het is dus niet verwonderlijk dat de onderwijsinspectie het afgelopen jaar moest constateren dat de kansenongelijkheid in Nederland toeneemt", aldus Den Besten.
De PO-Raad is daarom heel blij met het aanpassen van de definitie van het CBS. Als het kabinet deze formule gaat toepassens is niet meer alleen het opleidingsniveau van ouders bepalend, maar bijvoorbeeld ook de herkomst van ouders, schuldenproblematiek en hoe lang het gezin al in Nederland is. Wil het kabinet ervoor zorgen dat alle kinderen in de doelgroep ook de begeleiding krijgen die ze nodig hebben, dan zal er ook weer meer geld moeten komen, zegt de Raad. Het "weggelekte geld" van de afgelopen jaren moet worden aangevuld: "Als we deze formule van CBS in 2011 hadden gehad, was het geld immers niet verdwenen", stelt Den Besten.
Daarnaast vraagt de Raad het kabinet om een overgangsregeling om mogelijke herverdeeleffecten op te vangen voor scholen die er juist op achteruit zullen gaan door de nieuwe criteria. Ook vindt de Raad het belangrijk dat het CBS blijft toetsen of de nieuwe indicatoren inderdaad de beste zijn en geen nieuwe kansenongelijkheid creëren.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids