CBS versterkt de samenwerking met universiteiten

Met ingang van 6 april 2022 is de bijzondere leerstoel van CBS-onderzoeker Marjolijn Das aan de Erasmus Universiteit (EUR) voor 5 jaar verlengd. De leerstoel heeft de afgelopen periode belangrijke resultaten opgeleverd, waaronder het verbreden en verdiepen van de samenwerking tussen het CBS en de universiteiten, kennisoverdracht door colleges en presentaties, begeleiding van studenten en promovendi en diverse publicaties. Dat meldt het CBS.

Marjolijn Das is sinds april 2017 bijzonder hoogleraar Stedelijke Statistieken bij de afdeling Sociologie van de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences. Deze leerstoel is ingesteld door het CBS bij het LDE Centre for BOLD Cities. Dit centrum zet data-onderzoek in om bij te dragen aan oplossingen voor stedelijke vraagstukken. Het perspectief van de stadsbewoner staat daarbij centraal. Ook werkt Das vanaf het begin van haar aanstelling samen met ODISSEI, een consortium van meer dan 30 Nederlandse wetenschappelijke organisaties waaronder diverse faculteiten en planbureaus. Via ODISSEI krijgen onderzoekers in de sociale wetenschappen toegang tot grootschalige dataverzamelingen die zijn gekoppeld aan CBS-registraties.

Vier samenhangende thema's 

Das houdt zich in haar onderzoeken met vier samenhangende thema’s bezig. "Dat is allereerst het in kaart brengen van familienetwerken. Daarnaast onderzoek ik de effecten van de nabijheid van familie op levensloopuitkomsten van ouderen, volwassenen en kinderen. Belangrijk daarbij is de rol van verstedelijking. Een andersoortig onderzoek gaat vooral om het analyseren van stads- en andere omgevingsinvloeden op levensloopuitkomsten zoals opleidingsniveau, arbeidsmarktcarrière, etc. Verder houd ik mij bezig met het beschrijven van kwetsbaarheden van stedelingen, met speciale aandacht voor sociale netwerken."

Kinderen van migranten 

Een onderzoek dat Das onlangs uitvoerde had betrekking op verhuizingen van kinderen van migranten. "Dat onderzoek heb ik samen met Joeke Kuyvenhoven en Helga Valk gedaan. Beiden zijn werkzaam bij de Rijksuniversiteit Groningen en het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). Om meer over deze kinderen te weten te komen, is het NIDI een onderzoek gestart in verschillende Europese landen, waaronder Nederland. Met registerdata van het CBS is de situatie van die kinderen in ons land in beeld gebracht. Daaruit is gebleken dat kinderen van migranten heel diverse verhuispatronen in hun jeugd hebben. Over het algemeen maken zij vaker een verhuizing mee dan kinderen van niet-migranten. Dit kan mogelijk later bijdragen aan ongelijkheid in de levensloop."

Familienetwerken 

Met Tineke Fokkema, werkzaam als onderzoeker bij de Erasmus Universiteit en het NIDI, publiceerde Das in 2020 een onderzoek naar de familienetwerken van ouderen met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse achtergrond. Das: "Op het gebied van onder andere inkomen, gezondheid en huisvesting nemen zij vaker een kwetsbare positie in. Daardoor zijn ze mogelijk in mindere mate zelfredzaam dan Nederlandse ouderen. Dit terwijl het ouderenbeleid er juist op gericht is om ook kwetsbare ouderen zo lang mogelijk thuis zelfredzaam te laten zijn. Op het gebied van mantelzorg neemt het familienetwerk bij met name Turkse en Marokkaanse oudere migranten een belangrijke plaats in. Wij hebben dat in kaart gebracht en onderzocht in hoeverre zij een vangnet van familie hebben om eventuele mantelzorg op zich te nemen." Met CBS-collega Edwin de Jonge deed Das onderzoek naar de zelfredzaamheid van ouderen in het algemeen en het gebruik van de WMO in het bijzonder. Op 10 mei 2022 is het vervolgonderzoek gepubliceerd, waarin Das, Sabrina de Regt en Tineke Fokkema de leefsituatie van de 20 grootste groepen oudere migranten hebben onderzocht.

Sociale netwerken van jongeren 

Als adviseur was Das ook nauw betrokken bij het onderzoek in 2019 over de sociale netwerken van jongeren in Den Haag Zuidwest. Dat onderzoek voerde het CBS uit op verzoek van de gemeente Den Haag. "Er is gekeken naar welke personen deze groepen jongeren thuis, op school, op het werk of in familiekringen zouden kunnen tegenkomen en welk percentage van die mogelijke contacten verdacht is van een crimineel feit." Het was de eerste keer dat een persoonsnetwerk in een gemeente in kaart werd gebracht. "De uitkomsten van dat onderzoek geven aan in hoeverre criminaliteit verweven is in de sociale structuren van Haagse jongeren uit Zuidwest en binnen welke domeinen de gemeente Den Haag hierop haar beleid kan versterken." Das benadrukt dat het in alle onderzoeken gaat om informatie op groepsniveau. Personen zijn op geen enkele manier in de resultaten te herkennen.

De bijzonder hoogleraar is blij met de verlenging van haar leerstoel. "Het onderzoeksprogramma voor de komende 5 jaar houdt dezelfde focus. Vooral persoonsnetwerken zullen een belangrijke rol gaan spelen. Op dit moment schrijven we daar een paper over, samen met medewerkers van de Erasmus Universiteit en ODISSEI. Met behulp van het bevolkingsregister, data over werknemers en onderwijs kunnen we potentiële relaties van personen in beeld brengen. Denk aan familierelaties, collega’s die bij hetzelfde bedrijf werken, klasgenoten uit eenzelfde leerjaar en relaties tussen buren. Daar is grote belangstelling voor. Met behulp van netwerkanalyse kan het CBS een multidimensionaal beeld leveren, bijvoorbeeld over segregatie en de kloof tussen bepaalde bevolkingsgroepen zoals mensen met een verschillend opleidingsniveau. Nederland loopt in dat opzicht voorop."

Door: Nationale Onderwijsgids