Bijna één op de twintig studenten gebruikte het afgelopen jaar ADHD-medicatie zonder recept van een arts. Daarmee denken ze beter te kunnen studeren en hogere cijfers te halen. Vaak krijgen ze die middelen van vrienden, familie of andere bekenden. Niet alle zorgverleners, onderwijs- en preventieprofessionals zijn bekend met dit oneigenlijk gebruik en de risico’s hiervan. Dat meldt het Trimbos-instituut.
Dat blijkt uit onderzoek van het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) en het Trimbos- instituut. In het kader van het project ‘Gezonde Focus’ onderzochten zij - in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) - wat de omvang en motieven zijn van oneigenlijk gebruik van ADHD-medicatie. Het gaat met name om methylfenidaat, (lis)dexamfetamine en modafinil. Tijdens het project keken het IVM en Trimbos-instituut ook naar de rol van zorgverleners en onderwijs- en preventieprofessionals.
ADHD-medicatie
4 procent van de studenten slikte in het afgelopen jaar weleens ADHD-medicatie oneigenlijk, dat wil zeggen zonder doktersrecept. Het gaat dan vooral om (bachelor) studenten tussen de 22 en 25 jaar. Dat blijkt uit de recent verschenen ‘Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs’ van het Trimbos-instituut, RIVM en GGD GHOR. Tijdens het project is nog een aantal verdiepende analyses op bestaande datasets gedaan. Hieruit blijkt dat 5,5 tot 22,5 procent van de onderzochte jongvolwassenen ooit ADHD-medicatie slikte zonder doktersrecept. Het oneigenlijk gebruik van ADHD-medicatie ligt het hoogst onder mensen die regelmatig uitgaan.
Studenten die ADHD-medicatie oneigenlijk gebruiken, verwachten dat het middel ook zonder de diagnose ADHD de concentratie verbetert. Daarnaast verwachten ze dat ze zich langer kunnen focussen. Studenten gebruiken het vooral rondom deadlines van opdrachten, tentamens en het schrijven van de scriptie.
Strafbaar
ADHD-medicatie is in Nederland alleen verkrijgbaar op doktersrecept. Daarnaast staan methylfenidaat en dexamfetamine ook op lijst I van de Opiumwet. Dat betekent dat het onterecht in bezit hebben of verhandelen van deze middelen strafbaar is. Bij oneigenlijk gebruik is er bovendien geen zorgvuldige indicatiestelling en begeleiding door een arts. Hierdoor is er geen controle op onderliggend lijden, zoals hart- en vaatziekten of psychische aandoeningen. Onder die omstandigheden kan het gebruik van ADHD-medicatie risicovol zijn.
Bijwerkingen
Bijwerkingen zijn onder meer slapeloosheid, misselijkheid, verminderde eetlust, hartkloppingen en nervositeit. Het Trimbos-instituut interviewde tijdens het project ruim twintig studenten die ADHD-medicatie oneigenlijk hebben gebruikt. Een deel van hen had ook last van deze bijwerkingen. Daarnaast kan het oneigenlijk gebruik ook leiden tot psychische afhankelijkheid. Studenten denken dan dat zij niet meer kunnen leren zonder het gebruik van ADHD-medicatie.
Zorgvuldig verstrekken
Studenten geven aan dat ze ADHD-medicatie vaak krijgen van bekenden, vrienden en familie, die het wel krijgen voorgeschreven op recept van een arts. Uit gesprekken met zorgverleners blijkt dat niet alle zorgverleners bekend zijn met dit oneigenlijk gebruik. Het is daarom belangrijk om bewustzijn te creëren bij deze zorgverleners. Daarnaast is het noodzakelijk om ADHD-medicatie zorgvuldig te verstrekken. Dit betekent: niet voorschrijven als er geen indicatie is, zorgvuldig zijn met herhaalrecepten, zicht houden op wat de patiënt daadwerkelijk gebruikt en voorkomen dat de patiënt medicatie ‘hamstert’. Bijvoorbeeld doordat de patiënt een deel van de medicatie niet gebruikt of herhaalrecepten aanvraagt, terwijl de medicatie niet meer nodig is. Ook is het belangrijk dat zorgverleners oneigenlijk gebruik herkennen en de risico's hiervan bespreekbaar maken. Ten slotte ligt er een rol voor medewerkers in het onderwijs en de verslavingszorg bij het signaleren en bespreekbaar maken van dit gebruik onder studenten.
Projectgroep
Met de uitkomsten van het project heeft de projectgroep een aantal belangrijke voorlichtingsmaterialen kunnen herzien en ontwikkelen, zoals de factsheet ‘Oneigenlijk gebruik van ADHD-medicatie’ en de folder ‘Methylfenidaat – info voor gebruikers zonder voorschrift’. Daarnaast bieden de uitkomsten van dit project inzichten voor verdere ontwikkeling van materialen en interventies om het oneigenlijk gebruik van ADHD-medicatie terug te dringen. De projectgroep gaat hiermee aan de slag in het vervolgtraject.
Door: Nationale Onderwijsgids