Voor veel studenten is de basisbeurs, die in het schooljaar 2023-2024 ingevoerd zal worden, onvoldoende. Dit blijkt uit een berekening van het Nibud. Dit meldt ScienceGuide.
Door de hoge inflatie moeten huishoudens met een inkomen van anderhalf keer modaal al flink bezuinigen om in staat te zijn om mee te kunnen betalen aan de studie van hun kinderen.
Herinvoering basisbeurs
Het Nibud heeft in opdracht van het OCW onderzoek gedaan naar de mate waarin de basisbeurs toereikend is als deze wordt heringevoerd. Het onderzoek is gekomen naar aanleiding van een motie van DENK. Deze werd eerder dit jaar aangenomen in de Tweede Kamer.
Vanaf 2023-2024 wil het kabinet alle studenten in het hoger onderwijs weer een basisbeurs geven. Daarnaast zouden meer studenten een aanvullende beurs kunnen krijgen, omdat de inkomensgrens daarvan omhoog wordt gegooid.
Het kabinet stelt dat voor de basisbeurs voor het studiejaar 2023-2024 neerkomt op 273,90 voor uitwonende studenten en 109,90 voor thuiswonenden studenten. De inkomensgrens gaat omhoog van 53.900 euro naar 70.000 euro.
Voor een deel positief
Uit het onderzoek van Nibud is gekomen dat de herinvoering van de basisbeurs voor een deel van de ouders en studenten een positief effect heeft. Studenten uit een huishouden met anderhalf keer modaal of lager moeten naar verwachting (blijven) lenen of een flinke bijbaan vinden zodat zij alsnog hun studie kunnen betalen.
Huishoudens met een modaal inkomen hebben op dit moment sowieso moeite om rond te komen, geeft ScienceGuide aan. Van deze huishoudens kan dan ook vaak geen ouderbijdrage verwacht worden. Uit het onderzoek is gebleken dat ouders met een modaal inkomen in een huurwoning te weinig ruimte hebben in hun financiën om alle minimale uitgaven te kunnen betalen.
Door: Nationale Onderwijsgids / Eline Boer