Amsterdam verwelkomt op dit moment duizenden nieuwe studenten. Voor de Universiteit van Amsterdam is het een feestelijke periode, maar toch zit de universiteit met lastige kwesties. Dat meldt AT5.
Het hoge aantal studenten zorgt ook voor een krappere woningmarkt. Voor eerstejaars internationale studenten heeft de UvA een huisvestingsprogramma. Daarvoor zijn per jaar 3000 kamers beschikbaar. 2400 voor de UvA en 600 voor de Hogeschool van Amsterdam. Studenten hoeven daar geen gebruik van te maken, ze mogen ook op eigen houtje een kamer zoeken.
Geen onderdak
Dit jaar heeft de universiteit voor het eerst nee moeten verkopen aan internationale studenten. “Dit jaar hebben we 4600 studenten op de wachtlijst staan. In totaal hebben we 3000 kamers, dus we hebben echt een groot aantal studenten niet aan onderdak kunnen helpen. Voor de tweedejaarsstudenten heb ik pijn in mijn buik, want die moeten nu hun kamer uit. Die kamers gaan naar eerstejaarsstudenten”, zegt Geert ten Dam, bestuursvoorzitter van de UvA.
Numerus fixus
De huisvesting verloopt via DUWO. Nederlandse universiteiten mogen ook geen studentenwoningen in eigen beheer hebben. De UvA is inmiddels gestopt met het actief werven van internationale studenten. Ook pleiten ze voor een numerus fixus op buitenlandse studenten.
Ten Dam is bang dat universiteiten pas in studiejaar 2025/2026 de instroom van internationale studenten kunnen controleren. “Het groeit ons boven de pet. Als we in dit tempo doorgaan, gaan wij in 2026 richting de 50.000 studenten.”
Stop op internationale stroom studenten
De universiteit kan zelf haar Engelstalige studies verminderen. Op dit moment is 30 procent van alle bachelors Engelstalig, voor de masters is dat 71 procent. “Het kan wel, maar dat willen wij niet”, aldus Ten Dam. “Als je alleen het onderwijs in het Nederlands aanbiedt, komen er geen internationale studenten. We hebben aan aantal grote opleidingen waar we twee stromingen hebben: een Nederlandse stroom en een Engelse stroom. Wat wij ontzettend graag zouden willen is dat we stop op de internationale stroom mogen zetten. Dus zoveel studenten en niet meer. En dan houden we de Nederlandse stroom open. Zodat je een betere balans kan bewaken en het onderwijs toegankelijk houdt voor Nederlandse studenten.”
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk
