Sommige universiteiten willen de nieuwe startersbeurzen niet aan individuele universitair docenten toekennen. Dat willen ze aan groepen doen. Er vindt op het moment een overleg plaats met het ministerie om te kijken of dat mogelijk is. Dat meldt de AOb.
Minister Dijkgraaf stelt de komende jaren 156 miljoen euro beschikbaar aan startersbeurzen die universiteiten zelf mogen toekennen. Zo zijn wetenschappers in het begin van hun loopbaan minder afhankelijk van de competitieve beurzen van onderzoeksfinancier NWO. Het gaat om beurzen van elk 300 duizend euro voor jonge universitair docenten die een vast contract krijgen.
Groepen wetenschappers
Bijna een half jaar later weten sommige universiteiten nog altijd niet precies hoe ze het geld moeten verdelen. De faculteit archeologie van de Universiteit Leiden is er al wel uit. Zij willen de beurzen gaan toekennen aan groepen wetenschappers, dat blijkt uit een artikel van universiteitsblad Mare.
Ook het bestuur van de universiteit zou het voornemen steunen. “Het past perfect in het idee van ‘erkennen en waarderen’, dat verder kijkt dan individuele publicaties, maar onderzoek meer beschouwt als een teamprestatie”, aldus directeur bedrijfsvoering Jan Pronk.
Overleg over startersbeurzen
Het ministerie bevestigt dat er overleg is over de startersbeurzen, maar wil nu nog niet reageren.
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk